dinsdag 13 december 2016

Over goed gevulde onderbroeken, de zijderoute, het smoelwerk van Cato, kwezelarij en warme achterwerken. Ah ja, en Trump, die nu ook mij in de pen heeft doen kruipen.

Op moederlijk bezoek lees ik al eens het Belang van Limburg. Laat ik eerst het plezante nieuws vermelden. Zo zie ik vanuit mijn ooghoek een titel die ik, nog steeds vanuit mijn ooghoek, meteen lees als 'Onderbroekje van Limburgse schrijnwerkers goed gevuld, maar ruikt minder ver'. Ik dacht: 'Wat ziet mijn oog?' Controle levert een geruststellender lezing op: 'Orderboekje van Limburgse schrijnwerkers goed gevuld, maar reikt minder ver'. OK, esprit mal tourné, ik weet het al lang.

Maar niet zo mal tourné als die van de journalist die de bespreking van een boek over de zijderoutes van de volgende titel meent te moeten voorzien: 'Trump wil mensen scheiden, de zijderoutes verbonden'. Sic. Een titel die naar het schijnt ook in een ander opinieblad staat, in exact dezelfde bewoordingen. Hoeveel bal heeft Trump in godsnaam met zijderoutes uit te staan? Wat wil de journalist bijgevolg aantonen? Dat hij zo weldenkend is van overal zijn eigen politieke opinie bij te sleuren en die aan zijn publiek op te dringen? Zoiets gelijk het eeuwige 'Ceterum censeo Carthaginem esse delendam' (Overigens meen ik dat Carthago verwoest moet worden), van Cato de Oudere aan het einde van zijn toespraken, ook na eentje over de teelt van kolen en spruitjes. In ieder geval, journalist, ik ben niet eens begonnen aan de lectuur van uw bespreking, ook al vind ik zijderoutes een heel aanlokkelijk onderwerp en zou ik er normaal niet aan kunnen weerstaan. En let wel, Trump laat mij redelijk koud.

Cato had dat natuurlijk niet slecht gezien. Gutta cavat lapidem, non semel sed saepe cadendo. 'Een druppel holt een steen uit, niet door één keer te vallen maar telkens weer.' De beproefde werkwijze waarmee ook oestrogeen zich al millennia staande houdt. Maar ze kent dus ook volgelingen als Cato. De methode kan dus prat gaan op veel ervaring. Uw publiek, en niet te vergeten gijzelf, gaan namelijk op de duur geloven dat het waar is, omdat het zo vaak gezegd wordt. Of wie er niet echt van overtuigd is, geeft toe om ervan af te zijn.

Overigens had Cato met alle doordrammerige types gemeen dat hij nogal zurig overkwam. Humor was aan hem niet of nauwelijks besteed, al was enig cynisme hem niet vreemd. Niet voor niets maakten de Romeinen, die zelf nogal ernstig en zwaar op de hand waren, hem tot Censor, de staatssecretaris die over de mores van de Romeinen moest waken. Anderzijds hebben de volgende uitspraken van hem wel een humoristisch ondertoontje.

Zo was hij sterk gekant tegen de aanwezigheid van Griekse cultuur in Rome, al dat bloot gebeeldhouw en vooral die retorische dubbelheid die de ene dag het ene en de ander dag iets anders kan verdedigen ... Griekse dokters, daar had hij het helemaal niet op: 'Ze hebben niet alleen gezworen ons allemaal uit te roeien, ze laten zich er nog voor betalen ook.' Vrij xenofoob, nietwaar. En het bijzondere is dat hij dit niet bedoelde als grap maar ernstig meende. Ook was hij geen voorstander van openbaar geknuffel. Hij zette ooit een Romein uit de senaat omdat die zijn vrouw in het publiek gekust had. Het excuus dat de man dat gedaan had om te controleren of ze niet gedronken had, daar trapte hij niet in. Hij vond dat een man zijn vrouw alleen in de armen mocht houden als ze bang was van donder en bliksem. En hij zou eraan toegevoegd hebben - zou weliswaar, we hebben geen historische zekerheid - dat het in Rome niet vaak genoeg onweerde naar zijn zin. Of iets van die strekking.

U mag nu wel opmerken dat Cato in feite een oude reactionaire zeur is, een van die oude blanke mannen die best dood blijven. Maar het kan verkeren. Zeurpieterij is van alle tijden en past zich bijzonder goed aan aan nieuwe biotopen. Zo hebben wij vandaag geen officiële censoren meer, die er van overheidswege op letten of we onze manieren wel houden. Maar des te meer officieuze, kersverse kwezels die in katzwijm vallen als iets naar hun heilige opinie te xenofoob, te seksistisch, te confronterend, te denigrerend, te stigmatiserend, te veralgemeniserend, te uit de tijd, te weinig newspeakerig is ...

Opgevoed zijnde in een tijd waar katholieken ons permanent controleerden op onzedige gedachten, woorden en daden, op vloeken binnen en buiten de kerk, op – godbetert – godslastering zelf of spot met zijn aardse vertegenwoordigers ..., ben ik daar bijzonder allergisch aan en heb ik genoten van een periode als de jaren 90 toen de oude kwezelarij amechtig naar adem hapte en de nieuwe nog te piep was om al veel van z'n oren, neus en andere onderdelen te kunnen maken. Maar sindsdien ... Kwezelarij with a vengeane. Revenge of the kwezels, I, II, III tot IX. Ik vind het daarom heel belangrijk de moderne versie van onbehoorlijke gedachten, vloeken, godslasterlijkheid en kwezelgedoe te herkennen. Jonge lezertjes van deze blog leren dat best zo vlug mogelijk onderscheiden van de interessantere dingen des levens. Het kan veel van hun plezier in het leven redden van verzuring en rancune.

Daar is oefening voor nodig. We beginnen met een eerste, oppervlakkige kennismaking met de eeuwige kwezel. Ze herkennen is immers best mogelijk via eenvoudige gezichtsanalyse. Zoiets als kwezelarij op het eerste gezicht (Is dat geen mooie titel voor een workshop?). Om vandaag alvast te kunnen beginnen met oefenen heb ik het portret van Cato toegevoegd (al wordt het ook aan Galba toegeschreven, maar we gaan nu niet zelf de kniesoor uithangen). Evenals het portret van Moeder Overste uit de Heren van Zichem en een andere kwezel uit die serie. De pastoor is trouwens in heel die uit de boeken van de onvolprezen Ernest Claes en het leven van toen gegrepen serie de enige die nog wat gezond verstand aan de dag legt in zijn zwaar verkwezelde omgeving. Dit terzijde.

De eerste twee gezichten staan in de gewone, dagdagelijkse stand, een stand waarin uw gezicht vanzelf terecht komt als ge maar genoeg afkeurende gedachten denkt over uw medemensen. De natuur, in de vorm van de zwaartekracht, helpt dan gaarne een handje. De Romeinen noemden het niet voor niets gravitas, zwaarte, ernst. De meeste mensen zijn zo niet geboren. Die stand is trouwens ook perfect bruikbaar als methode om leerlingen braaf te houden. Al raad ik aan hem enkel als truc te gebruiken en er niet naar te leven. In ieder geval, de zure smoel wordt gekenmerkt door vooral een zware frons tussen de wenkbrauwen, naar beneden gebogen mondhoeken en de onmogelijkheid om daar veel beweging in te krijgen, althans voor een glimlach of om iets vriendelijks te zeggen. Voor hooghartige afkeuring volstaan immers de bijbehorende vernietigende blik en het naar voren en omhoog persen van de lippen.

De laatste foto toont het gezicht dat ze automatisch opzetten wanneer ze onverwacht verrast worden door een ongepaste onbehoorlijkheid van uwentwege, alsof iemand met een koude hand plots aan hun warme derrière zit. Ogen en mond gaan dan tegelijk en even wijd open, gevolgd door een verontwaardigde kreet en een keuze uit verwijten, verwensingen en oproepen tot verdoemenis.

Tot slot nog dit. Er bestaat ook het gewone ernstige gezicht, dat veel gelijkenis hiermee vertoont. Dé toetssteen bij het maken van het verschil tussen authentieke verzuurdheid en gewone ernst is humor. Voornamelijk het gebrek eraan en nog voornamelijker het gebrek aan zelfrelativering, zelfspot. Lees er als huiswerk nog maar eens De Naam van de Roos van Umberto Eco op na, waar de humorloosheid van de orthodoxie de ene moord na de andere oplevert. Wie wel grapjes over zichzelf kan maken, moet er wel voor waken regelmatig ook ernstig genoeg te kijken. Want anders gaan ze u verdenken van lichtzinnigheid. Ik weet het, het is niet simpel. Maar oefening baart kunst en ze vertrekt bij het koesteren van vriendelijke gedachten over de mensheid, uzelf en uw tegenstanders inbegrepen.

Er is ook nog een zwaar inhoudelijk, psychologisch luik verbonden aan de herkenning van kwezelarij bij uzelf en bij anderen (met thema's als gebrek aan humor, schijnheiligheid, de-pot-verwijt-de-ketel-houding, overdrijving en andere vormen van leugens, zich weren als een duivel in een wijwatervat wanneer ze daarop betrapt worden, verkettering en excommunicatie van andersdenkenden ...) maar dat is onderwerp voor een andere workshop. Minstens zo interessant.

Ceterum censeo dat de zever in pakskes delendam esse.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten