maandag 29 augustus 2016
Over centen voor mijn bijscholingen en mijn voorkeur voor Vadertje Staat boven Groot Moeke Overheid - naar aanleiding van een artikel 'Leerkrachten betalen bijscholing uit eigen zak' (hier)
Ik heb vaak - vooral de laatste jaren - bijscholingen uit eigen zak betaald. Ten eerste omdat de school het geld niet meer heeft - zeker sinds de levensnoodzakelijke zwarte kas er onmogelijk gemaakt is. Dat komt onder meer omdat de bijscholingen sinds de subsidiëring ervan drastisch opgeslagen zijn in prijs, zoals ge dat ook ziet met de prijs voor huizen ten gevolge van woonbonussen en lage rentes.
Ten tweede omdat de school - wegens de kosten en praktische problemen met lesuren die niet ingevuld raken bij te veel afwezigen - vroeg dat er maar één (1) persoon per vakgroep zou gaan, zodat er achteraf nog een hoop verslaggeving diende te gebeuren. Verplicht. Terzijde gezegd: toen de bijscholingen niet gesubsidieerd waren, vonden ze - alvast in mijn sector - altijd plaats in onze 'vrije' tijd (weekend, woensdagnamiddag, avonden). Maar de laatste jaren was het gewoonte daar schooldagen voor te gebruiken, wat mij niet erg zinde, want ge wilt nu eenmaal zoveel mogelijk interessante lessen geven bij leerlingen die u niet kunnen missen.
Ten derde omdat er bij een 'officiële' bijscholingsaanvraag een papierwinkel hoorde waar ik nooit zin in had maar die moest bewijzen aan de inspectie hoe goed we het wel deden. Ik weet dat mijn directie er bijwijlen wanhopig van werd, dat ik niet wilde meedoen aan die papierslag, maar ze was anderzijds heel tevreden dat ik, wanneer het op lessen, leerlingen, loyaliteit aankwam, goed wist wat ik deed en vertelde. Daarmee weet u meteen de reden waarom ik me dat kon permitteren.
Ten vierde en ten voornaamste omdat de 'officiële' bijscholingen zodanig van pedagogische nieuwlichterij overladen zijn, dat ik door er wel heen te gaan het ministerie achteraf zou opzadelen met dure dagen ziekenverlof wegens acute pedagogische misselijkheid en indigestie. Ik vergast u op een vluchtig menu van dergelijke thema's, uitblinkend in ondoorzichtig jargon: 'Als team samenwerken aan ... - De eigen competenties versterken - Samen in dialoog over ... - Het (zoveelste) nieuwe leerplan - Verantwoord omgaan met ... - Verbindend samenwerken aan geïntegreerde zorg - De aanpassing van de regelgeving over ...' Ik krijg al allergische jeuk van het in te tikken alleen. Door dit officiële circuit te mijden, kon ik kiezen wat ik wel wilde volgen en leerde ik tenminste nog iets bij zonder opdringerige indoctrinatie te moeten ondergaan. Ik heb vaak medelijden gehad met mijn jonge collega's die zich die vrijheid niet konden permitteren en, om goede evaluaties te krijgen, er wel heen moesten zonder een zier slimmer te worden, terwijl ik dingen volgde die me interesseerden.
Van dit alles beschuldig ik niet zozeer de school. Die is in alle richtingen gebonden door de regeltjesdictatuur van de overheid, die - foutief, ik leg het seffens uit - het principe hanteert van 'wie betaalt, bepaalt'. Sinds einde jaren 90 is ons Grote Moeke Overheid een bemoeizuchtig kreng geworden en vindt ze om de haverklap 'verbeteringen' uit, die natuurlijk geld kosten, wat ze dan weer na een tijdje niet meer heeft. Gevolg: de 'verbetering' komt neer op extra werk voor school en leerkracht. Want ze wordt vanzelfsprekend nooit afgevoerd. Nee, geef mij maar terug de tijd van Vadertje Staat. Die liet ons tenminste met rust en vertrouwde erop dat wij wisten wat we deden. En voor wie dacht dat dat het verkeerde systeem was: heeft u de indruk dat het onderwijs erop vooruit gegaan is sinds Moeke er zich met al haar gepamper en geknuffel mee moeit?
Wat het principe 'wie betaalt, bepaalt' aangaat. Niet de overheid - lees: de minister van dienst, zijn administratie en adviseurs - betaalt, maar de belastingbetaler, te weten de mensen die hun kinderen naar een bepaalde school sturen, de familie van die kinderen, de ex-leerlingen, de leerkrachten ... van die school enz. De keuze van die mensen bepaalt wat er in die scholen dient te gebeuren, want zij maken duidelijk door naar die school te gaan, dat zij het project aldaar goed vinden. Om een voorbeeld te geven. Als ouders en kinderen overtuigd voor Latijn blijven kiezen in een eerste jaar, dan heeft een overheid niet te bepalen dat dit beter wordt afgevoerd. Zo simpel is dat. Sinds wanneer trouwens heeft de overheid van ons de toelating gekregen te bepalen wat wij moeten denken en kiezen? Haar ambtenaren, ministers en 'onderwijsspecialisten' hebben zich die bevoegdheid gewoon toegeëigend, aangestuurd vanuit politieke strekkingen die de sleutel tot hun 'revoluties' zoeken in de gespoelde hersentjes van kneedbare kinderen. Een overheid moet onderwijs organiseren, mogelijk maken. Niet de gedachten ervan bepalen. Minister is Latijn voor 'dienaar'. Niet 'baas'. Administratie: 'hulp bij het dienen'. En al helemaal niets wijst op een betekenis als 'denker in andermans plaats'.
Ja, ik weet dat ik nu vloek in sommigen hun nieuwe kerk. En van harte en als het moet nog vaak. Ik ben een voorstander van vrij onderwijs, in die zin dat ik als leraar niet om de haverklap door de politieke wind wil aan- en bijgestuurd worden maar kinderen wil inwijden in een lange, gevarieerde traditie van denken over het leven, zichzelf, de wereld. Ik weiger een kantoorklerk te zijn die de geweldige ideeën van steeds wisselende politici verplicht enthousiast aan de man brengt en die erop afgerekend wordt, telkens wanneer hetgeen waar zij van bevallen zijn niet levensvatbaar blijkt. Ziedaar de ultieme goede reden om 'hun' centen voor hún propaganda niet te willen, zelfs al zijn het hun centen niet, maar in feite de mijne en die van mijn buren.
dinsdag 9 augustus 2016
Over de grote mond van Europa
Hoe een beschaving waarden onbeschoft en onwaardig kan verdedigen.
Hoe een beschaving waarden onbeschoft en onwaardig kan verdedigen.
Verwondering is begin
& beginsel van alle filosofie. Aldus Plato en nadien een hoop anderen. Als
amateur-filosoof probeer ik dat alvast bij tijd en wijle, me verwonderen.
Bijvoorbeeld wanneer we de onverzettelijke verdediger uithangen van onze
westerse beschaving en waarden, terwijl we ons tegelijk onwaardig en onbeschoft
gedragen.
Neem nu die telkens weerkerende, enkel een kiekenkot
waardige heksenketel om één woord. Het maakt niet uit of het moeilijk woord is als
relatief of significant of een alledaags als dansen of spuwen, feit is
dat één woord volstaat om in dit land hysterisch gekakel, gekijf en gekrijs te
doen losbarsten. Modder noch leugen noch stoot onder de gordel wordt daarbij
geschuwd. Op de man spelen, niet op de bal, is de boodschap die ieder kind hier
voortdurend krijgt. En dan zijn ze verwonderd over pestgedrag op de
speelplaats.
Maar het is wel consequent: we komen toch ook op straat voor het mensenrecht
op beledigen en gortige praat. Zoals toen met dat ten dode opgeschreven gazetje
dat daar z’n handelsmerk van had gemaakt en dat nu, cynisch genoeg dank zij een
reeks doden, uit de rode cijfers is. Lollig entertainment beperkt zich heden
ten dage tot zwartgallig cynisme, nihilisme, sarcasme en we knorren van plezier
als ongewassen Brusselmans bij wijze van diepzinnigheid van de dag weer een
tiet wil zien.
Maar o wee, als een onnozel viswijf een grove bek opzet en
alleen maar doet waar iedere onderbuik toe in staat is, onwelriekende geluiden produceren. Dan is het kiekenkot echt te klein en schiet weldenkend Vlaanderen
selectief in een kramp en het juridisch apparaat onvervaard in actie. Uitgerekend op een ogenblik dat langs de
achterdeur de zoveelste terrorist buiten stapt wegens een krom geschreven woord
of datum. Mijn verwondering verkeert dan in verwarring. Grof doen met woorden
mag de ene keer wel, de andere keer niet en grof doen met daden, of het mag of niet, dat hangt af
van een nietszeggend woordje, een vinkje of ingekleurd bolletje meer of minder op papier.
Het zou mij niet verwonderen dat ze ook in het buitenland,
dat toch danig onder de indruk zou moeten zijn van onze beschaving, denken: Quod licet Iovi, non licet bovi daar in
Europa. Voor zover ze daar Latijn spreken natuurlijk. Eigenlijk had ik
moeten zeggen daar met Europa. Tijd
dus voor een klassiek intermezzo.
Ovidius stelde ter gelegenheid van de
ontvoering van Europa vast dat een stier niet zoveel mag als Jupiter. Iedereen
weet immers dat Jupiter als stier vermomd Europa ontvoerde uit Fenicië - jawel,
niet ver van Syrië. Met haar op de rug zwom hij de zee over, deponeerde haar op
Kreta onder een plataan in Gortyn en wilde dan doen wat stieren graag doen.
Niks van. Toen wist Europa blijkbaar nog hoe ze grenzen moest stellen. Tot
hij zich van dat stierenkostuum ontdeed en een deftiger voorkomen aannam. Pas
dan mocht hij wel wat hij als stier niet mocht. Voor een oppergod openen zich
deuren en perspectieven die gesloten blijven voor een stom rund. Ik ga nu niet in
op de door vrouwen gevolgde selectieprocedures voor minnaars of op het ongelijkekansenbeleid
en de achterstelling waar de Oudheid wel meer minder fraaie voorbeelden van
biedt. Minstens één voorlopige conclusie: politici, journalisten, comedians ...
mogen dingen die viswijven niet mogen. En het ene viswijf is het andere niet:
ze moeten alleen zien wie ze beledigen.
Terug nu naar het lichtende voorbeeld dat wij al scheldend
over de wereld denken uit te dragen. Mij verwondert het niks dat ze daar eerder
op neerkijken. Wanneer zijn we dat schelden toch zo veralgemeend leuk gaan
vinden? Ik heb het nu niet over literaire satire en ik weet dat achterbuurten
altijd al een lelijke bek hadden. Maar het publieke domein, mensen die naar
school gegaan zijn? We moeten niet zo ver terug in de tijd, pak de jaren 70,
80. Toen was kritiek beschaafd, humor fijnzinnig, politiek beleefd. Toon
Hermans, Wim Sonneveld, Godfried Bomans, zo van dat. Het kan een
ouderdomsverschijnsel zijn (‘Vroeger was alles beter’), maar ik vrees dat
Dalrymple gewoon gelijk heeft met zijn stelling dat het ophemelen van de
‘onderkant’ van de maatschappij maakt dat die mentaliteit de norm wordt. Nee, echt,
als ge het mij vraagt zou Europa beter haar grote mond weer leren beheersen.
Ge ziet dat trouwens ook aan de verkiezingscampagnes van
onze grote broer, kampioen in westerse beschaving uitdragen, de VS. Per slot
van rekening zijn die gesticht door overgezwommen Europeanen. Vandaag mag heel de wereld dag na dag meegenieten van hun steeds grovere pogingen hun president
en hun presidentskandidaten te bekladden.
Neem nu ook dat berichtje uit de
Metro waar mijn lodderig oog op viel tijdens een treinreis naar Leuven
laatstleden: Naaktfoto’s in ruil voor een
stem tegen Trump. De Amerikanen moeten pas in november naar de stembus voor een
nieuwe president, maar de gemoederen zijn aan het verhitten. Een organisatie
gaat zelfs uit de kleren voor iedereen die niet voor Trump stemt. (Dat zal
wel, in oververhitte toestand.) ‘Tramps
against Trump’, ofwel Sletten tegen Trump, wil niet dat de miljardair straks
het Witte Huis betrekt. Daarom belonen ze iedereen die met fotografisch bewijs
kan aantonen dat ze niet op ‘The Donald’ gestemd hebben met een foto van een
schaarsgeklede persoon. ‘Tramps against Trump’ onderstreept wel dat de deelnemers
niet op Clinton moeten stemmen.
En bewijst het de westerse
superioriteit ten aanzien van de hele wereld? Laat me niet lachen. Dat lachen
vergaat me trouwens snel, als ik bedenk dat ze hier weldra ook zouden vinden dat
zo hoort. En ons dan bestoken met foto’s van Maggie of van Caroline Gennez. Of
voor de anders geaarde medemens van Verhofstad. Geef mij dan maar rap een
dictatuur. Van een geklede dictator wel te verstaan.
Of, om op een positieve
noot te eindigen: zullen we in plaats van de onderbuik toch niet eerder het hoofd aan het woord laten? Per slot van rekening staat de mond daar. Misschien respecteren ze ons dan weer een
ietsepietsje meer in al dat buitenland.
Bloggerdeblog
Het eerste zelfstandige bericht van deze blog
Het eerste zelfstandige bericht van deze blog
Wel
bloggerdeblog nog aan toe. Het lijkt zowaar te lukken, een blog aanmaken. Op
advies van fb-vrienden die een blog een minder efemeer verschijnsel vinden dan
fb-berichten of die geen zin hebben om lange fb-berichten te lezen, zullen we
dit medium eens proberen telkens de lust in geschreven woordjes ons overvalt.
Een veredeld schriftje met opstellen. Met woorden spelen, die onvolmaakte en
toch zo rijke containers voor al wat we denken en voelen en willen duidelijk
maken. Altijd graag gedaan: schooltijdschrift, eerst tegen en nadien met de zin
van de directie, faculteitsblad, weerom schooltijdschrift maar dan van achter
de lessenaar, zelf geschreven cursussen, ...
Ik heb intussen de woordenschat wat opgeschoond, het taalregister een klikje hoger gezet. Het was bij momenten toch wat te informeel naar mijn zin. En het deed wat afbreuk aan het feit dat ik, ondanks de ironie die ik te samen met retorische overdrijving graag hanteer en moeilijk kan laten, een hoop dingen ernstig meen en neem. Maar het was ook niet de bedoeling een cursus of handboek te schrijven. Dus hoop ik dat u ermee kan leven.
Over vliegen en blijven, over spreken en zwijgen
bewerkt fb-bericht van 5 augustus 2016, nogmaals naar aanleiding van ongemanierde uitspraken
bewerkt fb-bericht van 5 augustus 2016, nogmaals naar aanleiding van ongemanierde uitspraken
Verba volant sed scripta manent (gesproken woorden vliegen,
geschreven zaken blijven), zo zei mijn eerste directeur altijd. En hij kon het
weten want, gevoelsmens als hij was, sloeg hij regelmatig wat uit zijn botten
dat beter niet te lang meeging in de geschiedenis der grote gedachten. De
spreuk had hij trouwens niet zelf bedacht, maar omdat hij ze bij iedere
toespraak herhaalde - bis repetita placent (herhaling als didactisch principe)
-, was het wel een van de beste adviezen ooit die hij aan ons, toen piepjonge
leerkrachten, meegegeven heeft. De brave man had er niet het minste benul van
dat er ooit een tijd zou komen dat alles op papier moest staan om ook als echt
gebeurd te gelden. Alsof alleen wat op papier staat echt is en niet gelogen kan
zijn.
Terug naar die vluchtige versus blijvende woorden. Eigenlijk
zouden beide geen probleem mogen zijn: een beschaafd mens let namelijk altijd
op zijn woorden. Vooral als hij verontwaardigd is en, nog moeilijker, als hij
persoonlijk grof bejegend wordt. Ik ga er vandaag een spreukendag van maken.
Dus krijgt u nu een Arabisch gezegde: ‘Een belediging is een heel kort kleed.
Het onthult degene die het aantrekt’. Stel het u nog wat plastischer voor de
geest: het toont wat voor een drieletterwoord ge zijt.
Anderzijds weten moddergooiers maar al te goed dat hun systeem ook effect heeft. Om nu een zelf gefabriceerde spreuk te lanceren: ‘Als men u bekogelt met een drol, dan ruikt ge niet meer fris, ook als die drol niet van u is’. Afgezien van het feit dat met rioolmateriaal gooien maakt dat ge zelf niet fris gaat ruiken, stellen we vast dat verdachtmakingen en leugens werken. Spijtig genoeg. Vooral bij mensen die proberen proper door het leven te gaan. Bij moddergooiers zelf komt het niet zo aan op een vlek meer of minder. Die overleven dat heel behoorlijk.
Anderzijds weten moddergooiers maar al te goed dat hun systeem ook effect heeft. Om nu een zelf gefabriceerde spreuk te lanceren: ‘Als men u bekogelt met een drol, dan ruikt ge niet meer fris, ook als die drol niet van u is’. Afgezien van het feit dat met rioolmateriaal gooien maakt dat ge zelf niet fris gaat ruiken, stellen we vast dat verdachtmakingen en leugens werken. Spijtig genoeg. Vooral bij mensen die proberen proper door het leven te gaan. Bij moddergooiers zelf komt het niet zo aan op een vlek meer of minder. Die overleven dat heel behoorlijk.
‘Spreken is zilver, zwijgen is goud’ hing boven het bord
toen ik in het eerste studiejaar zat. Wij maar zwijgen, maar niks goud op onze
spaarboek hoor. Dit terzijde. Op tijd uw mond weten te houden lijkt mij in
ieder geval een waardevolle les. Vooral omdat ik er zelf moeite mee heb. En
niet zozeer om u zelf buiten schot te houden maar om geen domme dingen te
zeggen, zeker niet als die kwetsen of ruzies doen escaleren ... Kortom, hoe u
niet laten meeslepen in een moddergevecht? Dat is nog eens een onderwerp voor
een zelfhulpboek.
Een probleem bij dit alles is dat wij nu net in spreken,
palaveren, discussiëren, zeg maar in een woordenvloed de essentie van onze
democratie hebben gelegd. De eerste benaming daarvoor (bij Herodotos) was
trouwens, vertaald, iets als ‘gelijk spreekrecht’ (isègoria). Niet voor niets
hadden de Spartanen, met hun laconische bondigheid, niet veel op met democratie
en waren zij een archetypisch voorbeeld van hoe zelfs een kleine minderheid er
met weinig woorden en veel geweld in slaagt een hele bevolking te onderdrukken.
Eigenaardig genoeg hebben we vandaag veel bewondering voor de waardigheid die
deze zwijgzame Spartanen leken uit te stralen. Zoiets als Winnetou, die alleen
maar ‘ugh’ zegt als hij in de saloon racistisch bejegend wordt door zatte
cowboys en bij de bediening achtergesteld wordt door de barkeeper.
Teveel praten
is wel degelijk een probleem. Zelfs als het ter zake is en zeker als er andere
katten te geselen zijn. De Romeinen, nuchtere boeren en tegelijk voorouders van
de praatgrage Italianen, wisten dat. Deliberante senatu, perit Saguntum.
Terwijl de senaat overlegt, gaat Saguntum ten onder. Pas toen Saguntum
daadwerkelijk door Hannibal veroverd was, viel hun sestertius. En toen
bedachten ze die spreuk, geleerd door de harde les van de werkelijkheid.
Zedig zwijgen dan maar? Ik vrees dat precies dat u op een
goede dag ook kwalijk genomen wordt. Niet alleen door salonhelden, lieden die
achteraf, vanuit hun veilige zetel, vinden dat ge zo dapper moet zijn van
altijd uw leven te riskeren als er nazi’s op ronde zijn. Maar bijvoorbeeld ook
door lieden die gruwen van gematigdheid en die uw bewijs van goed burgerschap
juist zoeken in uw quotum uitgescholden andersdenkenden of afgesneden kelen.
'Wie niet met ons is, is tegen ons'.
Dat ondervond ook mijn vriend van
gisteren, Sokrates, die in volle burgeroorlog niet had willen kiezen voor de
democraten van zijn stad, verantwoordelijk als ze waren voor een oorlog van 30
jaar. Maar hij wilde evenmin de bevelen van hun tegenstanders, de oligarchen
opvolgen, toen ze hem geboden een van de democraten te arresteren. Hij ging
gewoon zwijgend naar huis. Iedereen boos op hem. Bij zijn proces zweeg hij
echter niet en hield hij staande dat zijn vervelende commentaar op zijn
geliefde stad een weldaad was voor zijn medeburgers en dat hij als straf
daarvoor voor de rest van zijn leven gratis maaltijden in het stadsrestaurant
verdiende. Net wat te grote mond en te veel ironie. Had hij hen naar de mond
gepraat, dan hadden ze hem wel laten leven.
Ik geraak er dus zelf niet zo goed aan uit. Zwijgen of
spreken? Misschien is nog de beste conclusie die van Prediker - en ik selecteer
want niet alles wat hij noemt, klinkt in de context van vandaag even
leuk:
Voor alles is er een uur ... onder de hemelen.
Een tijd van baren en een tijd van sterven; een tijd van afbraak en een tijd van opbouw. ...
Een tijd van afscheuren en een tijd van aannaaien, een tijd van zwijgen en een tijd van spreken.
Voor alles is er een uur ... onder de hemelen.
Een tijd van baren en een tijd van sterven; een tijd van afbraak en een tijd van opbouw. ...
Een tijd van afscheuren en een tijd van aannaaien, een tijd van zwijgen en een tijd van spreken.
Over te veel moeilijke woorden
bewerkt fb-bericht van 4 augustus 2016
bewerkt fb-bericht van 4 augustus 2016
Maar er is ook goed nieuws op deze aardkloot (een deftig woord, indertijd in de 17de eeuw, voor aardbol), dierbare medebolbewoners. Af en toe trek ik Leuvenwaarts, om mijn Alma Mater tegelijk met mijn dochter te samen met oude vrienden met een bezoek te vereren. Te voet en met de trein, groen als ik ben en te lui en te gierig om in Leuven een parkeerplaats te zoeken. Heerlijk uurtje lezen. Of suffen.
Gisteren viel mijn oog op het
treingazetje, Metro. En nu citeer ik letterlijk, zodat u zich ook kan verheugen
in het aangekondigde goede nieuws:
Tadzjikistan gaat te moeilijk taalgebruik beboeten.
Doesjanbe. De taalcommissie in de voormalige Sovjetrepubliek Tadzjikistan gaat
boetes uitschrijven tot 100 dollar (90 euro) voor journalisten die te moeilijke
woorden gebruiken. "Er zijn voorbeelden van journalisten die per dag tot
tien woorden gebruiken die onbegrijpelijk zijn voor de regelmatige lezers,
kijkers of luisteraars", zo zei Gavkhar Sharifzoda, het hoofd van de
taalcommissie. "Op die manier doen ze de normen van de officiële taal
geweld aan." "We moeten ons houden aan de regels voor het schrijven
van teksten", aldus Sharifzoda. Journalisten riskeren geldboetes van 65
tot 90 euro, bedrijven 130 tot 180 euro.
Het doet me wat denken aan een collega Nederlands die haar
leerlingen bestrafte als de lengte van hun zinnetjes de tien centimeter
overschreed. Wat mij - een van de enige keren dat ik commentaar gegeven heb op
een collega, maar het was om de kinderen te troosten, die zo graag lange
Latijnse volzinnen wilden schrijven met Nederlandse woordjes - wat mij dus de
opmerking ontlokte dat haar gedachten waarschijnlijk die lengte niet eens
haalden.
Ik begin
te vermoeden dat de onderliggende bedoeling misschien is alle woordjes op de
duur te verbannen. Dan kunnen we alleen nog 'beuh' zeggen en dan kan men
tegenspreken niet meer van goedkeuren onderscheiden. En dan heeft iedereen
altijd gelijk.
Over pispotten en gifbekers
bewerkt fb-bericht van 3 augustus 2016 naar aanleiding van onappetijtelijke commentaren op de sociale media bij het overlijden van een vijftienjarige maar tevens tegen andermans ongemanierdheid
bewerkt fb-bericht van 3 augustus 2016 naar aanleiding van onappetijtelijke commentaren op de sociale media bij het overlijden van een vijftienjarige maar tevens tegen andermans ongemanierdheid
Aan het viswijvengescheld van
de markt echter groot politiek belang toekennen en er juridische gevolgen aan
vastknopen, lijkt mij, hoe degoutant men het ook mag vinden, verspilling van
kostbare levensenergie. Het risico is namelijk groot dat ge met niets anders
meer bezig gaat zijn.
Daarom een korte anekdote over een oude, dode, blanke man. U weet wel, zo eentje waar ge tegenwoordig niets meer van moogt aannemen. Desalniettemin volgt hier de anekdote. Ernstige historici twijfelen wel aan de authenticiteit ervan maar anekdotes als deze dienen een ander doel dan historische waarheid: ze leren u een psychologische waarheid, een levensles.
Het gaat over mijn oude vriend Sokrates. Naar de traditie wil, kreeg hij regelmatig de wind van voren van zijn echtgenote Xantippe, berucht om haar scherpe tong. Toen hij op een dag het huis verliet (of ontvluchtte) om zich naar zijn 'dagtaak' te begeven - te weten filosoferen op de markt, mensen aanklampen om met hen een gesprek op te zetten over een of ander onderwerp -, toen goot ze toch wel zeker de inhoud van de nachtpot vanuit een raam over hem heen. Wat Sokrates alleen de reactie ontlokte 'dat hij de indruk had dat het zou gaan regenen vandaag'.
Zijn vrienden vonden dat hij zo een behandeling niet hoefde te pikken, al dat gekijf en gescheld, vooral omdat echte Grieken van oordeel waren dat de man tenminste moest doen alsof hij thuis de baas was. In feite wisten ze allemaal van mekaar dat dat niet het geval was, maar zo werkt een eercultuur nu eenmaal: ge moet de juiste indruk wekken en volhouden en dan kunt ge de waarheid dapper negeren. Dit terzijde.
'Dit is onwaardig, Sokrates. Waarom laat u dat
gebeuren?' Hij liet zich er niet door opjagen.
'Ach goede vrienden, zo oefen ik
me om het gescheld op de markt te verdragen.'
U moet namelijk weten dat hij
daar regelmatig het slachtoffer werd van verbaal misbruik en er zelfs lappen
rond zijn oren kreeg, met getrek aan zijn al schaarse haren erbij. Omdat hij
het niet kon laten dingen te zeggen die zijn 'gesprekspartners' niet
welgevallig waren, dingen die hun comfortabele levensbeeldje en vaste ideeën
over hoe het moest verstoorden. En vooral dan, weet u, wordt er serieus op los
gescholden. Zoals op fb maar zeker niet alleen daar.
Hoe het met mijn goede vriend is afgelopen, weet u wel: hij eindigde in de gevangenis met een gifbeker, veroordeeld omdat hij de politiek correcte ideeën van zijn tijd teveel in twijfel had getrokken. Maar hij dronk de beker onverstoorbaar en welgezind uit.
Over zoiets, het monddood maken van tegensprekers, zou ik me
toch een ietsepietsje meer zorgen maken dan over het gebrek aan elementair
fatsoen van de viswijven onder ons. Die laatste kunt ge negeren, de gifbeker
niet. Of anders gezegd: een pispot is nog geen gifbeker.
Als de meerderheid besluit de minderheid op te eten, is dat dan democratie? - bewerkt fb-bericht van 27 juli 2016
Wij leven in een democratische rechtsstaat. Dat is per
definitie niet een systeem waar de meerderheid gewoon beslist wat er gebeurt
met de minderheden maar waar de volle rechten van minderheden beschermd zijn,
wettelijk en in de praktijk. Het is geen dictatuur van een meerderheid maar een
systeem waar ook een oppositie recht van bestaan heeft. Het is een systeem dat
vele meningen naast mekaar laat bestaan en daarmee kan leven zonder erdoor
verontrust te worden - al is dat laatste vlugger gezegd dan gedaan, gezien de
menselijke neiging te denken dat men het zelf allemaal beter weet.
Dat dit een
goed, zij het niet volmaakt, systeem is, wordt bewezen door het succes ervan:
hoge welstand, sociale zekerheden, goede scholing, gezondheidszorg, langdurige
vrede ... en vooral: de grote aantrekkingskracht ervan, het zichtbare feit dat
iedereen hier wil komen meegenieten. Begrijpelijk, zeker voor wie in systemen
leeft waar die vrijheid met al haar bijproducten niet of niet in die mate
bestaat.
Er is echter een schaduwzijde aan zo'n open systeem: dat kan maar open
zijn zolang niemand het weer dicht wil timmeren. Vijanden van de democratische
rechtsstaat zijn niet degenen die meningen verkondigen die u minder gevallig
zijn maar degenen die anderen die vrijheid willen ontzeggen. Een democratische
rechtsstaat overleeft alle gezindheden en meningen. Met één uitzondering: ze
kan zich niet open stellen voor wie de democratische rechtsstaat
wil afschaffen. Het is zoals vuur zich niet kan open stellen voor water.
Dus zijn er twee mogelijkheden: de democratische rechtsstaat biedt de vrijheid aan al haar burgers maar dus zeker aan degenen die een
totalitair regime verkiezen waar maar één mening mag gelden, om te verhuizen
naar zo'n totalitair regime. Keuze genoeg, met het voordeel dat daar doorgaans
meningen overheersen die u minder verontrusten. De andere mogelijkheid om water en vuur te verzoenen is het water in te dijken in een niet doorlaatbare pot, zodat het op de duur verdampt of voor wat nuttigs kan gebruikt worden als een stoommachine of om patatjes te koken. Al weet ik niet hoe ik deze metafoor in realiteit zou moeten omzetten.
De verkozenen in een
democratische rechtsstaat hebben de absolute plicht op het overleven van dit
goede systeem toe te zien. In de kerk mocht niet gevloekt worden, versta: de
naam van God gebruiken om dingen te willen die God niet wil. Idem in de
democratische rechtsstaat: wie haar wil gebruiken om ze af te schaffen wordt de
toegang ontzegd of die gaat in quarantaine. Een open systeem heeft wel degelijk een deur nodig die op tijd en stond op
slot kan. Ik ben er zelf nog niet uit hoe dat concreet allemaal moet. Maar ik ben er wel zeker van dat ge niet kunt open zijn als uw openheid op grote schaal misbruikt wordt.
Over Moezelwijn, mottige Belgische gewoonten en Waalse werken - bewerkt fb-bericht van 25 juli 2016
Rare jongens hoor die Moselaars: ze hebben daar wijn
die Blootgat (Nacktarsch) heet en de weinig pedagogisch verantwoorde afbeelding
vertoont van een volwassene die een kind op zijn blote derrière timmert. Het
volgende dorp noemt z'n wijn dan Hartje. Of Zwarte Kat. En dan verwonderd zijn
dat de ronkende Franse namen internationaal meer indruk maken terwijl die
Duitse wijnen perfect verzorgd zijn. En ja, voer het Duitse systeem om
statiegeld te vragen op plastic flessen hier ook maar gauw in. Het is netjes en
het werkt.
Bij terugkeer in ons dierbare vaderland, via de rechterkant
onderaan, me verbaasd hoe wij erin slagen om het uitzicht op onze wegen te
verknoeien met mottige - ik vind geen beter woord - reclameborden, van overheid en particulieren - en dat
van zodra we de grens 50 meter over waren - en met overmatig kwekende
verkeersborden.
En nee, ik was er niet over verbaasd dat de eeuwigdurende
wegenwerken ter hoogte van Luik nog altijd in uitvoering zijn, zelfs al waren
er deze keer drie man effectief actief over die - hoever zal het zijn, enkele
kilometers? Ik denk dat ze daar bang zijn compleet zonder werk te vallen eens
de E40 gerepareerd is. De grens met Vlaanderen kon ook niet duidelijker: opeens
een wegdek zonder gaten en pleisters. Maar wel nog mottige reclame en veel te
veel verkeersborden.
Over de bijdrage van computerspellen aan de wereldvrede - bewerkt fb-bericht van 17 juli 2016
Ziehier een advies, dat ik bij gelegenheid ook
aan leerlingen gaf die duidelijk kenmerken van leiderschap vertoonden. Wanneer
ge u geroepen voelt om de wereld te veroveren, uw medeburgers af te tuigen, te
vervolgen, te ambeteren tout court, haal dan vlug een computerspel in huis, type
Rome Total War. Of eventueel Civilisation, al is die naam wat bedrieglijk, want
ge kunt er behoorlijk de onbeschaafde plurk mee uithangen.
Laat de hele wereld
naar uw pijpen dansen, het geloof van uw keuze belijden, belastingen naar uw
behoeften afdokken, onderdruk hun opstanden wraakzuchtig bloedig of grootmoedig
vergevensgezind. En voel u de baas van de wereld. Het werkt hoor, zo'n virtueel
surrogaat. Het gevoel is hetzelfde. Het heeft ook praktische voordelen: ge moet die neiging dan niet in het echt uitproberen. Want daar is dat niet zo goedkoop en risicoloos. Bovendien is het in het echt toch niet zo leuk, vooral voor uw buren of medeburgers ... en zo goed
als altijd, op wat langere termijn nadat ge de kans gehad hebt veel miserie op
uw geweten te laden, voor uzelf, want ten val komen doet ge doorgaans toch. Bij de computer kunt ge het spelniveau op easy en zelfs heel easy instellen. En dan wint ge altijd zonder risico op een pak rammel van gelijkgestemden.
Voor wie het nog niet begrepen heeft uit het voorgaande: ik geloof dus niet in de mare dat mensen agressief worden door computerspellen te spelen. Ten eerste, zolang ze dat doen, zitten ze braaf binnen. Ten tweede: dit surrogaat werkt volgens het principe van het psychodrama. Ge kunt uw frustraties in uw fantasie uitleven en leren begrijpen. Ten derde:als ge dat gaat verbieden wegens de kans dat jongeren er inspiratie vinden tot geweld, verbied dan ook een pak religieuze boeken, evenals de ideologie van het communisme (dat het grootste aantal doden ooit op z'n geweten heeft) en die van de democratie. Want die laatste voert veel meer oorlogen - kijk de cijfers maar na - dan andere politieke stelsels.
Met dank aan mijn oudste, die toen hij zo'n jaar of drie was papa, in een uitstekend vader-zoon-gesprek, klaar en duidelijk liet weten dat hij van plan was 'baas van de wereld te worden'. Sindsdien snap ik veel meer van geschiedenis: die wordt gemaakt door kinderen die in hun volwassen lijf dit verlangen naar almacht nog niet ontgroeid zijn.
En wees nu maar blij dat ik regelmatig de virtuele tiran uithang, want anders hè, dan was het nog minder plezant in ons aller paradijs.
Over schooluren, Homerische adjectieven en toveren - drie bewerkte fb-berichten van 4 juli 2016
Ziehier een allegaartje naar aanleiding van drie persberichten. Het eerste (hier) stelde dat schooluren vrouw- en kindonvriendelijk zijn. 'Schooluren zijn een weerspiegeling van de patriarchale
maatschappij'. Wel, van zoveel newspeak, daar zakt mijn broek van af, zou ik zeggen, ware het niet dat ik
lekker patriarchaal in de zetel zit. Met mijn voeten omhoog.
Ik zou begot niet weten
wat er patriarchaal is aan uren. In de patriarchale tijd gingen de kinderen
trouwens zelf naar school, op eigen pootjes, kilometers ver. Geen moeke dat hen
bracht met de vier x vier en recht op de oversteekplaats afzette, terwijl de
ronkende motor - want de kindjes mogen geen kou krijgen en moeke, in haar
frisse outfit, al helemaal niet - de omgeving voor alle kindjes die te voet zijn
vergiftigt.
'Het concept school moet veranderen'. Zal ik u eens iets
zeggen over het concept school, iets dat ge zeker nog niet weet. Het Griekse
woord school betekent hetzelfde als het Latijnse vakantie, namelijk vrije tijd.
De tijd namelijk die voor u vrij gehouden wordt door mensen die in uw plaats
gaan werken, zodat gij u volledig kunt wijden aan uw toekomst. Het alternatief
voor school is niet vakantie maar gaan werken voor de kost, van kindsbeen af. Zoals tienjarige prostituees in Oost-Azië, of kindsoldaten in Afrika, of
papierrapertjes in India. Tot zover over het concept school, dat gezien die reële realiteit nog
lang niet aan wijziging toe is.
Bovendien is het ook raadzaam te beseffen dat school dient voor
de kinderen, en niet voor het oplossen van de politiek op dat moment geldende
maatschappelijke problemen. Dat laatste vraagt ge ook niet aan ziekenhuizen, de
horecasector, de sport- en festivalwereld. Om er maar enkele te noemen die ook
wel eens hun steentje zouden mogen bijdragen aan ‘de grote gewenste
omwenteling’ van al wat mis gaat met deze wereld.
De bedoeling van deze weldenkende denktank is blijkbaar de
schooluren langer te maken. 'Dit alles mag natuurlijk niet ten koste gaan van
de leerkrachten'. Hoe vaak ik dat de laatste veertig jaar al niet gehoord heb,
ik zou het niet meer weten. Maar het was iedere keer de inleiding op meer werk.
Tot zover artikel één.
Nu twee (hier): Eugene met de smalle garage overleden. Eugene met de smalle garage. Mijn klassieke bril roept me nu Homeros zijn meisjes met de lange
vlechten, sleepvoetende runderen en rozenvingerige dageraad voor de geest. Leve de
terugkeer van het epitheton ornans, roep ik dan. Ik zie het zo al voor me, in de gazet: de sleepvoetende Rode Duivels, de langvingerige socialisten, de politiek
correcten met de lange tenen ... Niet één keer maar iedere keer als ge het
onderwerp vernoemt, ah ja, want anders is het geen epitheton ornans meer. Of stel
u voor dat Martine Tanghe iets zegt als: godgelijke (politicus naar believen in
te vullen) stond op te midden der mannen en sprak een gevleugeld woord. Toch
het overwegen waard, niet waar? Vooral omdat het nieuws dan weer de moeite wordt.
Vergissen is menselijk - fb-bericht van 17 juni 2016
Een mij welbekende persoon publiceerde de volgende foto van uw aller dienaar op fb, met de volgende kritische noot: Dat komt ervan als ge niet kijkt wat ge uit uw kast neemt: voor ge het weet, loopt ge te supporteren voor de duivels of voor Belgiqueske nikske ... Ook al zegt het u allemaal niet veel.
Schoon is dat, met een mens zijn zwakke
momenten lachen. Ziehier een Latijnse spreuk ter lering van het volk: (indignor)
quandoque bonus dormitat Homerus, (ik ben kwaad) wanneer ook de goede Homeros
al eens zit te dommelen. Zelfs de grootste der dichters is niet altijd even
goed in vorm. Of, zoals ik aan mijn leerlingen zei als ik in de fout ging:
'Kindjes, zo ziet ge dat zelfs slimme en schone mensen zich kunnen vergissen'.
Iedereen weze dus voortaan een zwak moment gegund. Wie zonder zonden is, werpe de
eerste steen. Ik heb het nu wel niet over terroristentoeren en bankenfraude. Maar vele anderen vandaag verdienen toch een gezonde portie heidense grootmoedigheid en christelijke vergevingsgezindheid.
Over het recht op een eigen cultuur en onze minzaamheid - bewerkt fb-bericht van 9 juni 2016 naar aanleiding van de communautaire rel over het surplus aan Franstalige afstuderende artsen
Einde jaren 90 ontstond de toelatingsproef voor
kandidaat-artsen, een afspraak die voor ons gehele dierbare vaderland gold.
Vlaanderen voerde dit netjes uit en legde jaar na jaar zijn kandidaten
onverbiddelijk op de rooster. Het Franstalige landsgedeelte vertikte dit en zit intussen
al met 1400 artsen op overschot tegen 2017. Zij hadden zogenaamd andere, betere
oplossingen. Toen al viel te voorspellen welke, namelijk degene die nu wonder
boven wonder uit de bus komt: Vlaanderen krijgt voortaan een kleiner aandeel in
het (grotere) contingent, de Franstalige artsen een groter. Vlaanderen mag
jaarlijks 7 artsen meer laten afstuderen, Franstalig vaderland 83.
Wie zich
hierover meent te moeten verwonderen, gelieve nu eindelijk eens de geschiedenis
van dit land te bestuderen en vast te stellen dat het keer op keer zo gaat,
sinds 1830 en eerder: gemaakte afspraken dienen ten noorden van de taalgrens te
worden nageleefd. Eronder heerst nu eenmaal een andere cultuur, die veel
flexibeler en relaxter met de dingen omgaat.
Ter verdieping van het inzicht dat nu misschien - ge weet
maar nooit - bij sommigen begint te dagen: een anekdote. Een zeer weldenkende
en minzame vriend van me, uit de juridische sector, en die veel vergaderde met
Franstalige confraters, vertelde dat hij 5 minuten van doen had om een
uiteenzetting te geven, met alles erop en eraan, over iets waar zijn al even
minzame Franstalige confraters 30 minuten voor nodig hadden.
'In alle oprechtheid,
Michel, ze doen dat niet met opzet. Zo zijn ze nu eenmaal. Hebben ze dan niet
het recht op die eigen aanpak, die eigen cultuur?'
Wie was ik om te zeggen dat
ze dat recht niet hadden? Dus zei ik:
'Natuurlijk hebben ze dat recht. Maar ze
hebben niet het recht om te eisen dat de meerkost die daar het gevolg van is
door ons gedragen wordt.'
Zeer onredelijk blijkbaar. Want in het restaurant zat
toevallig enkele tafeltjes verderop een Franstalige blijkbaar geboeid ons
gesprek te beluisteren. Hij begon verontwaardigd te gebaren naar de minzame
echtgenote van mijn minzame vriend en riep: 'Scandaleux! Quelle arrogance!'.
Voor de duidelijkheid: het restaurant bevond zich ergens in het Vlaamse
landsgedeelte en mijn twee minzame gesprekspartners hebben me terstond gesmeekt
niet over het onderwerp door te gaan. En uit pure minzaamheid heb ik geen
verdere aanstoot gegeven maar minzaam mijn mond gehouden. Zo minzaam en onnozel
zijn wij nu eenmaal.
Eindtermen, de ondergang van goed onderwijs - bewerkt fb-bericht van 8 mei 2016 naar aanleiding van dit artikel (hier: Torfs: Eindtermen afvinken is intellectueel minderwaardig)
Ik zei het elders al, Torfs mag gerust zijn stem wat meer laten horen in het onderwijsdebat. Hij gaat nu een hele poos krediet krijgen van mij, alleen al om deze tweet: 'Ik ben vooral de leraren dankbaar die zich geen fluit aantrekken van de eindtermen'.
Eindtermen zijn een uitvinding van klerken en
kantoorbedienden. Die zeker willen stellen dat het ideale onderwijs dat zij
uitdenken door anderen wordt gerealiseerd. Van stuurlui aan wal dus. Was ons
onderwijs slechter 40 jaar geleden, toen ik begon les te geven met een leerplan
van welgeteld 17 bladzijden, formaat iets tussen A4 en A5, grote interlinie. Dat leerplan gold voor Latijn, Grieks en antieke cultuur, van het eerste tot en met het
zesde jaar. Nu ligt er voor onze neus een bundel papier van minstens 200 à 250
bladzijden A4 - ik ben te lui om het precies te becijferen-, in een taal die
zodanig verhullend is dat ik nauwelijks begrijp wat ze willen. En zijn onze
kinderen nu beter voorbereid op studies en het leven? Ik durf dat betwijfelen.
Dus, Torfs, weerom goede punten voor uw spreekbeurt. Een kus van de juffrouw en een bank vooruit. En voor de onderwijshervormers, leerplanbedenkers en pedagogische dromers in het algemeen: ik heb voor u een slogan bedacht, of een lijfspreuk - ge moogt kiezen. 'Alles moet kunnen. Zolang we het niet zelf moeten uitvoeren'.
Klassieke mythen weldra op de politiek-correcte index? - bewerkt fb-bericht van 8 juni 2016 naar aanleiding van dit artikel (hier: Columbia students claim Greek mythology needs a trigger warning)
We hebben het einde van de stierenkaka nog lang niet
bereikt. Binnenkort waait de gewoonte te waarschuwen voor alles wat iemand uit z'n evenwicht zou kunnen brengen en het dus de facto te verbieden ook over naar hier. Ik zou alvast aan Crevitske
voorstellen trigger warnings bij iedere cursus, handboek, bordschema, toets ...
te laten zetten: opgelet, student, uw geest open zetten voor de wereld kan
pijnlijk zijn voor uw tere zieltje en zeker voor uw nooit in vraag gestelde ideeën en daardoor komt niet alleen uw gemoedsrust in uw comfortabele gevangenis in het gedrang maar ook die van uw
ouders en advocaat.
Trouwens, studentjes, ziehier meteen een goede reden om
tegen de tijdsgeest in toch klassieke talen tot u te nemen. Niets is zo
aanlokkelijk als verbieden 'omdat het gevaarlijk' is. Per slot van rekening ben
ik zo ook 'groot' geworden, met boeken die van meneer pastoor niet mochten
gelezen worden en dus gelezen werden. En ik heb wel vaker van leerlingen
gehoord dat ze Latijn en vooral Grieks zo verleidelijk en leerzaam vonden omdat er dingen besproken
werden die nergens anders aan bod kwamen. Het wordt dus tijd dat de klassieke
talen weer populair worden omdat ze tegen de tijdsgeest ingaan. Zo is het in
het westen al vaker geweest, hoor: de verschillende Renaissances, de
Verlichting ... hebben allemaal de mosterd gehaald bij de schrijvers van onze
twee moedertalen.
Ik kan ten slotte de vakes & moekes en alle gevoelige
zielen gerust stellen. Omdat extra studiewerk en de confrontatie met vreemde
ideeën vooral beschaafde mensen aantrekken & creëren, is een klas met
klassieke talen een plek waar men mekaar verdraagt en iedereen in leven gelaten
wordt. Mijn ervaring is dat ge daar geen trauma's oploopt, tenzij die van uw
al te menselijke neiging tot luieren of van een nooit bewezen overtuiging dat ge van
nature onovertroffen zijt en dat alles u dus per definitie toekomt. Niks zo
gezond voor een muffe geest als open vensters op de wereld. Vooral wanneer anderen ze voor de zoveelste keer in de geschiedenis proberen dicht te timmeren.
Laat die trigger warnings dus maar komen. Ze zouden wel eens
onverhoopt goed, lees: averechts, kunnen werken. Want mensen zijn echt niet zo dom als die censoren en inquisiteurs denken.
Solidair staken? - bewerkt fb-bericht van 24 mei 2016
Want ik herinner mij bepaalde stakingen uit mijn
studententijd, toen studenten met de examens in het verschiet gingen
staken en daar democratisch toe beslisten op een door de praeses
(ondergetekende) belegde vergadering. De praeses en nog enkele zonderlingen
waren tegen deze staking, die immers niets maar dan ook niets met studeren te
maken had. Maar ze legden zich solidair neer bij de democratische beslissing.
Zo hadden ze dat geleerd, in de chiro en de scouts: eigenbelang wijkt voor het
belang van de groep en ge neemt het op voor uw mensen.
De tot staking bereide
studenten gingen voldaan naar huis, met wat extra vrije dagen om te studeren,
de praeses en zijn bestuur, een man / vrouw of drie, mochten in opdracht van de
democratische vergadering alle professoren thuis of op hun bureel aflopen om
hen te verwittigen dat de lessen niet zouden doorgaan. Ze kregen nagenoeg overal
misprijzende reacties op 'hun' staking en regelmatig een preek - zo ging dat
nog in die tijd -, en ze mochten het zelfs bij de decaan gaan uitleggen. Dat laatste kwam neer op weer
een preek en de zure mededeling dat zij persoonlijk verantwoordelijk gesteld
werden voor de rommel die politieke activisten - geen studenten en al helemaal
niet van de eigen faculteit - in de universiteitsgebouwen hadden aangericht. En ze kwamen 's avonds doodmoe en gestresseerd thuis, te moe om nog te studeren voor de examens die in het verschiet lagen.
Ja ja, toen heb ik enkele
pijnlijke bijbetekenissen geleerd van het veel gebezigde woord solidariteit. En
ik heb wel degelijk als leraar nooit gestaakt op momenten die mijn leerlingen
pijn zouden doen, hoe gemakkelijk en welgekomen extra verbeterdagen ook zouden
zijn geweest.
Is ons moeke moe? - bewerkt fb-bericht van 6 mei 2016 naar aanleiding van deze boekbespreking (hier: Hoe het cultuurmarxisme Europa sloopt)
Het Avondland is moe? Ge zoudt zeggen: hoe kan dat anders,
met zo een naam? Er zijn natuurlijk ook lieden die 's avonds pas wakker worden,
zoals mijn dochter. Maar dat is het punt niet. Laten we dus aannemen dat het zo
is: moeke Europa is moe. Zeer wel mogelijk, ongetwijfeld eigenlijk.
De boekbespreking waar naar wordt verwezen kan verduidelijken hoe dat zo al komt. Bij mij is
de frank (niet de Frankie - nog even geduld) al eerder gevallen, tijdens vier
decennia op een werkvloer waar zich nogal wat vormen, versies en varianten van
gezeur, gezaag, gezever manifesteren.
Had u ook gemerkt dat ik met de mooie, zelf bedachte stijlfiguur gezeur, gezaag, gezever alludeerde op het intussen gevleugelde woord van Frankie Loos uit Het Eiland, 'zever, gezever'? Dat geeft me de kans om via doelloos lijkende omwegen recht naar mijn doel te gaan, een techniek die ik wel vaker toepas. Slimmeriken heffen nu gezwind een vinger, niet noodzakelijk de wijsvinger, in de hoogte en opperen dat ik zo de daad bij het gevleugelde woord van Frankie voeg. Maar dan wijs ik er fijntjes op dat dat een kleine prijs is als het om goede, oude volksverheffing gaat. De boodschap is belangrijker dan de weg die de boodschapper volgt om ze af te leveren.
Zodoende, wist u dat ‘een gevleugeld woord’ al bijna 3000 jaar de ronde doet in ons taalgebruik? Dat de uitdrukking voor het eerst gebezigd werd door dé dichter van Europa. Hij was wel niet uit Europa afkomstig maar desondanks zonder tegenspartelen perfect geïntegreerd: Homeros. Stel u dus voor hoe onze blinde dichter zich, onder een boom bij Izmir, toen nog Smyrna, zat af te vragen op welke wijze andermans woorden precies in zijn oren terechtkwamen. En dat hij, dichter zijnde, de uitleg over geluidsgolven prozaïsch vond en dus een eigen visie ontwikkelde, waarbij woordjes, als vogels, vleugels uitslaan en uit het nest van een mond naar een oorholte fladderen. “En zijn woord bleef ongevleugeld achter de haag zijner tanden”, is dan ook zijn manier om te zeggen: en hij hield wijselijk zijn mond.
Wel, laat dat nu precies mijn bijdrage van vandaag aan de volksverheffing zijn. Want ziedaar de remedie die het vermoeide Europa nodig heeft: stop het gekwaak. Ik weet immers uit ervaring hoe slopend vermoeiend het is als iemand - en a fortiori veel iemanden -, terwijl gij uw zondagse best zit te doen om iets van uw werk te maken, maar blijft zagen dat het niet naar zijn (haar?) zin is, niet leuk, of saai, of nutteloos, of onbegrijpelijk, of - vul maar in. Zonder intussen zelf iets zinnigs uit te voeren, behalve zeuren, klagen en spijkers op laag water zoeken.
Europa, kind, luister hier, doe gewoon zoals dat moderne Homeroske, Frankie
Loos, zeg kordaat ‘zever, gezever’ en laat ze verder sudderen in eigen
zevernat, al die critici van uw hoorn des overvloeds, de betweters, de
verontwaardigden, de zelfverklaarde slachtoffers van uw ergerniswekkende,
schuldige bestaan. Nog nooit was een beschaving zo welvarend en wist ze zoveel
volk te onderhouden, en nog nooit in de geschiedenis is er zoveel gezaagd en
geklaagd. Ge zoudt van minder een burn-out krijgen.
Uw palmares is echt niet zo
schandalig slecht, wel integendeel, want anders zoudt ge niet zoveel bezoek
krijgen. Dus, Europa, meiske, krijg wat mannelijke onderdelen aan uw lijf en zeg de klagers de
wacht aan. Zeker degenen die gezaag als een bewuste tactiek gebruiken om u de
poten onder uw stoel uit te zagen. Want dat ze niet verwonderd moeten zijn
indien er niks meer te melken valt eens moeke melkkoe uitgemolken en geslacht is. Een
beschaving kunt ge immers wel afbreken maar zo gezwind staat er heus niks in de
plaats.
Elke goede les gaat gepaard met aangepast huiswerk. Daarom, een nuttige oefening, beste lezers: kijk dagelijks even uit het raam, naar struikgewas en gebladerte, en vergewis u ervan dat vrijheid, rechtstaat, democratie, onderwijs, onderzoek, gezondheidszorg, comfort, behoorlijk levensonderhoud en al dat andere heerlijks & begeerlijks, inderdaad niet aan de bomen groeit en dat ge er dus geen aanspraak op kunt maken als ware het een natuurlijk geboorterecht. Al die dingen bestonden niet in de onbestaande paradijzen van het verleden en toekomstige paradijzen zijn al helemaal niet zeker. Om ervan te kunnen blijven genieten is een Europese mentaliteit uitermate nuttig en nodig, met name om die heerlijkheden uit de grond te stampen en zorgvuldig in leven te houden.
Maar dan moet moeke dringend wat flinker worden en niet te lang meer
moe blijven, of de winkel is uitverkocht.
België, land van filologen - bewerkt fb-bericht van 21 april 2016, aangevuld met een van 22 april
Ik weet niet of ik er blij moet om zijn maar ik ben vandaag
in een land van filologen wakker geworden. Filologen, voor wie dat niet weet, dames en heren, zijn intussen door de
onderwijshervormingen afgeschafte taalkundigen. Mensen die ieder woord in zes richtingen kunnen omdraaien. Het kunnen er ook zeven zijn.
Ge zoudt
zeggen: daar moet een ex-leraar talen, een filoloog, toch blij mee zijn. Inderdaad, nog nooit
in mijn bewuste leven heb ik het meegemaakt dat een parlement vol vuur zit te
discussiëren over de betekenis van woordjes: significant, relevant,
stigmatiseren, polariseren ... En een hele schare journalisten en opiniemakers
die daaraan meedoen alsof hun leven ervan afhangt. Het zijn bovendien woordjes
van Latijnse of Griekse komaf. Zijt ge nu niet blij?
Nee, ik denk eerder dat ik
er wat weemoedig van ga worden vandaag, want eigenlijk hadden degenen die nu
over die woordjes struikelen, hun betekenis al lang begrepen kunnen hebben als
ze wat beter hadden opgelet in de klas. Dan diende de royale parlementaire
wedde die ze opstrijken voor iets waar ze voor bedoeld was: het oplossen van
echte problemen en niet voor een discussie over vocabularium.
En dan maar
lachen met de middeleeuwers die het hadden over het geslacht van de engelen.
Dat was, als ge het mij vraagt maar dat gaat ge niet doen, tenminste nog een
best interessante kwestie, heel significant voor de scholastieke gemeenschap en
bovendien niet stigmatiserend.
Bijgevoegde afbeeldingen: de engel Michaël (mijn
patroonheilige, tussen haakjes gezegd) op de Engelenburcht in Rome en twee
collega's die proberen onder zijn / haar rokje te kijken en zo het geslacht
vast te stellen. Evenwel zonder succes.

Ook filologenvreugde kan van korte duur zijn. De dag nadien vreesde ik dat de interessante filologische discussies al gedaan waren. Gelukkig was er toen een ander zeer boeiend, actueel en hoogst dringend aan te pakken probleem: de toon waarop de boodschappen worden verkocht. Ik zie het zo al gebeuren: droevig, aangeslagen, geïrriteerd, hoog, verontwaardigd en zo verontwaardigd dat mijn jarretellen ervan gaan rammelen (zie Onkelinx en co.): dat gaat zeker mogen, dat moet zelfs in veel gevallen. Vals, achterbaks, meesmuilend, afgunstig, nijdig ...: ook, indien komend van een coalitiepartner. Te mijden zijn: kordaat, niet mis te verstaan, duidelijk, no nonsense ...
De problemen gaan binnen de kortste keren van de baan zijn. Ik kijk er al naar uit. U niet?
Kan dat, Vlamingen en Hollanders samen op de boot? - bewerkt fb-bericht van 19 april 2016 naar aanleiding van dit artikel (hier: Waarom botert het niet tussen Afghanen en Irakezen in asielcentra?)
Wat horen we nu? Tussen Afghanen en Irakezen botert
het niet. Keer op keer. Telkens weer. Ons journalistje krijgt er geen hoogte
van, al zijn de antwoorden die men haar geeft vrij duidelijk: we spreken een
andere taal (Arabisch versus Perzisch), we hebben een andere cultuur, we komen
allebei uit oorlogsgebied. Laten we dus maar zeggen, zoals het weldenkende
panel op het einde ook besluit, dat het in eerste instantie een etnisch
probleem is, dat trouwens ook aan de basis ligt van de
Sunni-Shia-tegenstellingen.
En ik die dacht dat alleen racisten van hier
racistisch waren. Maar het panel heeft er alle begrip voor. 'Als ze ons met
Nederlanders op een boot samen zouden zetten, zou het ook spanningen
opleveren', vond het. Echt waar? Spanningen tussen ons en de Nederlanders? Eerlijk gezegd, daar geloof ik niks van. Wij
spreken wel dezelfde taal en delen dezelfde cultuur. We hebben trouwens in de loop van
de geschiedenis heel vaak met mekaar op veel boten gezeten. Een groot deel van de Hollanders bestaat uit weggelopen Vlamingen. Bovendien zijn degenen die hier achtergebleven zijn gewoon op hun kop te laten zitten. Dus die Hollandse grote mond, so what,
die verdragen we al zo lang en ge kunt er nog wat van leren, want ze zeggen
tenminste waar het op staat.
Maar het strafste van alles: de oplossing is
Irakezen en Afghanen apart zetten. Met dat advies tot apartheid aan het adres
van Jambon eindigt onze journaliste van dienst. Dat is niet zomaar vloeken in de nieuwe
kerk, dat lijkt op een ferme, luide en onwelriekende flatus voor de sensitieve neus van de pastoor.
Verdeeldheid creëren!? Een wij-zij-discours, enfin, zij-zij-discours?! Een
minister van BZ moet mensen verbinden! (citaat, rara, van wie?)
Ik hou mijn
asem serieus in nu, tegen dat de verontwaardigingstsunami weer over ons heen
zal slaan. Of moeten we daarvoor wachten tot Jambon zelf dat idee oppert? Dat
doet me er trouwens aan denken: er moet dringend, naast het vraagteken en
uitroepteken, een verontwaardigingsteken op mijn klavier komen. Ik had het goed
kunnen gebruiken. En doe er maar meteen een hypocrisieteken bij.
Over moderne inquisitie en graantjes meepikken - bewerkt fb-bericht van 15 april 2016
Ben sinds enkele dagen weer van stal gehaald om gaatjes te
vullen in mijn oud schooltje. Niet tegen mijn zin, want
leerlingen zijn lief, collega's leuk, directie dankbaar. Iedereen ziet ons
graag.
Maar het is niet zoals het hoort. Ik weet niet hoeveel collega's staan
op hun tenen met het water aan de lippen en meer dan ooit gaan er kopje onder.
Jonge, enthousiaste mensen en oude rotten. Maar liefst 4 collega's in mijn oude vakgroep vielen uit op een week tijd. Hoe komt dat toch? Heer, geef mij antwoord.
En toen moest ik plots denken aan de
oude katholieke catechismus en bedacht ik: katechismos is in het oude Grieks
letterlijk 'eronder houden, naar beneden duwen', blijkbaar hun visie op onderricht. En onwillekeurig moest ik toen
denken aan eindtermen en ik zag de gelijkenis. De oude catechismus had de
bedoeling de katholieken in het gareel te houden en de kerk had daarvoor haar
waakhonden. Eindtermen dienen vanzelfsprekend eenzelfde doel. Alleen, wie maakt
en wie bewaakt de nieuwe regels, wie zijn de nieuwe predikanten en
moraalridders en de nieuwe waakhonden?
Alvast één orde van inquisiteurs is
bijzonder nijver en naarstig en in z’n nopjes met de nieuwe toestand. Die van
de juristen. Iedereen ondergaat vandaag hun bemoeizucht, zij hij politicus,
politieman, dokter, winkelier, leraar, etikettenfabrikant, speelgoedproducent,
vliegveldbewaker ... Iedereen op hun juridische rooster. (Eén uitzondering: de
juridische wereld zelf. Dit tussen haakjes.)
Want laat de uitval van collega’s
toch toevallig samengaan met een beslissing van Crevitske. Niet dat ik er een
rechtstreeks verband achter zoek maar wel een onrechtstreeks. Onze bezorgde minister gaat
zorgen dat de commissie voor de betwisting van examenresultaten meer centjes
krijgt. Om er zo dus voor te zorgen dat er nog meer betwistingen komen. In
plaats van aan de wereld der juristen te zeggen: "Vade retro, satanas! - Als ze dit niet begrijpt, ik
geef haar wel bijles Latijn, zodat ze dat zoals BDW regelmatig en correct kan
gebruiken. - Gij moeit u nu eens met
alles en ge kent van de situatie op de werkvloer geen gebenedijde zier.”
Maar ik zie
onze dappere minister nog niet zo gauw zo’n onbehoorlijk vocabularium bezigen. Zeg dan,
minister en verdediger van ons, gewoon dat er toch scheiding van de machten is
en dat uw departement valt onder de uitvoerende. En dat ze moeten ophouden met
op kosten van uw mensen centjes te willen verdienen.
Ziehier een redelijk
voorstel: als de juridische wereld het toch beter weet, laat de examens
voortaan door juristen verbeteren. Heel redelijk: wie het beter weet, doet het.
Of - en dit is werkelijk besparend qua overheidskosten: laat A-attesten meteen
afleveren bij het welkomstpakket dat een boreling in zijn gemeente krijgt. Geen
gezeur meer over kloven en schotten allerhande, watervallen, kansarmoede,
achtergesteldheid, ... De school wordt één groot en gelukkig kippenhok waar we
de kippetjes gewoon bezighouden met kakelen. Alleen, dan kunnen een hoop
juristen geen graantjes meer meepikken.
Afbeelding: Mijn dochter en zoon pikken een graantje mee en overwegen een carrière als juridisch raadgever bij examenbetwistingen maar na na een hartig oudercontact met papa zien zij daar wijselijk van af. Als dat geen slimme kinderen zijn.
Over moderne inquisitie en graantjes meepikken - bewerkt fb-bericht van 15 april 2016
Ben sinds enkele dagen weer van stal gehaald om gaatjes te
vullen (pure beeldspraak) in mijn oud schooltje. Niet tegen mijn zin, want
leerlingen zijn lief, collega's leuk, directie dankbaar. Iedereen ziet ons
graag.
Maar het is niet zoals het hoort. Ik weet niet hoeveel collega's staan
op hun tenen met het water aan de lippen en meer dan ooit gaan er kopje onder.
Jonge, enthousiaste mensen en oude rotten. Maar liefst 4 collega's in mijn oude vakgroep vielen uit op een week tijd. Hoe komt dat toch? Heer, geef mij antwoord.
En toen moest ik plots denken aan de
oude katholieke catechismus en bedacht ik: katechismos is in het oude Grieks
letterlijk 'eronder houden, naar beneden duwen', blijkbaar hun visie op onderricht. En onwillekeurig moest ik toen
denken aan eindtermen en ik zag de gelijkenis. De oude catechismus had de
bedoeling de katholieken in het gareel te houden en de kerk had daarvoor haar
waakhonden. Eindtermen dienen vanzelfsprekend eenzelfde doel. Alleen, wie maakt
en wie bewaakt de nieuwe regels, wie zijn de nieuwe predikanten en
moraalridders en de nieuwe waakhonden?
Alvast één orde van inquisiteurs is
bijzonder nijver en naarstig en in z’n nopjes met de nieuwe toestand. Die van
de juristen. Iedereen ondergaat vandaag hun bemoeizucht, zij hij politicus,
politieman, dokter, winkelier, leraar, etikettenfabrikant, speelgoedproducent,
vliegveldbewaker ... Iedereen op hun juridische rooster. (Eén uitzondering: de
juridische wereld zelf. Dit tussen haakjes.)
Want laat de uitval van collega’s
toch toevallig samengaan met een beslissing van Crevitske. Niet dat ik er een
rechtstreeks verband achter zoek maar wel een onrechtstreeks. Crevitske gaat
zorgen dat de commissie voor de betwisting van examenresultaten meer centjes
krijgt. Om er zo dus voor te zorgen dat er nog meer betwistingen komen. In
plaats van aan de wereld der juristen te zeggen: "Vade retro, satanas! - Als ze dit niet begrijpt, ik
geef haar wel bijles Latijn, zodat ze dat zoals BDW regelmatig en correct kan
gebruiken. - Gij moeit u nu eens met
alles en ge kent van de situatie op de werkvloer geen fluit.”
Maar ik zie
Crevitske nog niet zo rap zo’n onbehoorlijk vocabularium bezigen. Zeg dan,
minister en verdediger van ons, gewoon dat er toch scheiding van de machten is
en dat uw departement valt onder de uitvoerende. En dat ze moeten ophouden met
op kosten van uw mensen centjes te willen verdienen.
Ziehier een redelijk
voorstel: als de juridische wereld het toch beter weet, laat de examens
voortaan door juristen verbeteren. Heel redelijk: wie het beter weet, doet het.
Of - en dit is werkelijk besparend qua overheidskosten: laat A-attesten meteen
afleveren bij het welkomstpakket dat een boreling in zijn gemeente krijgt. Geen
gezever meer over kloven en schotten allerhande, watervallen, kansarmoede,
achtergesteldheid, ... De school wordt één groot en gelukkig kiekenkot waar we
de kippetjes gewoon bezighouden met kakelen. Alleen, dan kunnen een hoop
juristen geen graantjes meer meepikken.
Afbeelding: Mijn dochter en zoon pikken een graantje mee en overwegen een carrière als juridisch raadgever bij examenbetwistingen maar na na een hartig oudercontact met papa zien zij daar wijselijk van af. Als dat geen slimme kinderen zijn.
Het was het onderwijs, stupid! - bewerkt fb-bericht van 9 april 2016 naar aanleiding van dit artikel (hier: Wie naar het Belgische onderwijs kijkt, ziet de kiem van de tragiek van Brussel verklaard)
Voilà, het heeft nog behoorlijk lang geduurd voor ze hiermee af
zijn gekomen. In een vorig stukje (Van wie is deze drol?) vroeg ik om
de drol juist te identificeren. Maar het is toch weer de poetsvrouw, de meid
voor alle werk, die het geweest is, het onderwijs. Als men dan toch
verantwoordelijkheid in die hoek wil zoeken, bied ik in een eerder opstel (Over bronnen en wortels) al ruim de kans daartoe. Herlees het eens.
Verder kan men zich ook afvragen of het
niet de eeuwige pogingen zijn om daar op zo links mogelijke wijze veranderingen
in aan te brengen, die gemaakt hebben dat jongeren in het onderwijs uit de boot
vallen. Ik zeg het nog één keer: ik heb tal van allochtone leerlingen gehad,
jaar na jaar, waar ons onderwijs trots op kan zijn omdat het echte
voorbeeldleerlingen waren en die dus duidelijk geen last hadden van watervallen
en schotten en elitarisme en kloven ... En in de school waar ik les gaf zie ik
er jaar na jaar meer en meer van dat kaliber.
En om het over de kloof te hebben, zelfs als ze zou bestaan en een probleem zou vormen:
is de oplossing dan echt ervoor te zorgen dat de goede leerlingen het minder
goed gaan doen? Want wat men als een kloof beschouwt is enkel daardoor te verklaren, door de uitstekende prestaties van een hoop leerlingen, niet door iets anders. De
groep allochtone leerlingen in het Belgisch onderwijs - alsof dat zou bestaan,
want er is een nog veel grotere kloof tussen het Vlaamse en het Franstalige
onderwijs - doet het namelijk NIET slechter dan gelijkaardige leerlingen in het omringende buitenland. Het probleem ligt dus alleen bij de autochtone leerlingen, die
beter presteren dan die van datzelfde buitenland. Kijk de statistieken maar na. Trouwens, bij autochtone leerlingen zitten al degenen met een Belgisch paspoort. Bij de allochtone een hoop Nederlanders en Fransen.
Ik zou dus graag weten waar het kloofprobleem zich precies bevindt. Al denk ik dat ik dat weet: in het hoofd van ideologen die de riedel 'de kloof is nergens zo groot' zo vaak herhaald hebben, dat ze geloven dat het een goddelijke waarheid is die door hun hoofd galmt. En ik zou zeker graag weten hoe een denkbeeldige kloof verantwoordelijk kan zijn voor de aanslagen.
Van wie is deze drol? - bewerkt fb-bericht van 8 april 2016
Al een poosje vliegt ons de term ‘politieke
verantwoordelijkheid’ om de oren. Het hele gedoe rond de Turteltaks -
bliksemafleider voor Freyataks - en rond de verantwoordelijkheid voor Molenbeek-Zaventem
en contreien, doet denken aan iemand die een poetsdienst inhuurt voor poetswerk
in een huis dat jaren niet onderhouden is en waar zopas ook een zodanig
dikke drol in gedropt is dat nu ook alle buren lucht hebben gekregen van de
vieze toestand. En dan eist men doodleuk dat de poetsploeg opstapt, want niet
bekwaam. Een variant van het oude verhaal van de beschoten pianist, de
onthoofde boodschapper enz. Nil novi sub sole.
Ik heb dan de pech van te weten hoe de oude Atheners, ja ja, de voorlopers van
onze Griekse dwarsliggers vandaag, daarmee omgingen. Zij gelden gemakshalve als
uitvinders van onze democratie, een bewering waar best wat op af te dingen valt
maar dat is onderwerp voor een cursus apart. Maar vergelijken is leerzaam. Ik
citeer daarom even uit de lijvige cursus die mijn zesdejaars op hun nuchtere
maag te verwerken kregen, mede in de hoop dat ze, wanneer ze hun mond over iets
dergelijks zouden open doen, ook zouden weten waar ze het over hebben. Wat
vandaag ook ouderwets en overbodig geworden is. Als ge maar een mening hebt,
nietwaar. Citaat dus.
"Belangrijk in het hele systeem was dat geen enkel lid van het volk gedwongen kon worden het woord te voeren of een functie op zich te nemen. Dat gebeurde alleen op vrijwillige basis. ... Maar als voorstellen verkeerd afliepen of er een fout gebeurde in de uitvoering van een functie, dan werden respectievelijk de initiatiefnemer van het voorstel of de functionaris persoonlijk verantwoordelijk gesteld en eventueel zwaar gestraft (dood, onbetaalbaar hoge boetes, confiscatie, permanente ballingschap, verlies van burgerschap ...). De volksvergadering zelf kon echter bij meerderheid probleemloos de wet overtreden. Als daar dan nadien klachten over kwamen bij de rechtbank, dan waren die ten laste van de indieners van het voorstel. De vrijwilligers voor functies ondergingen ook altijd een voorafgaand reputatie-onderzoek dat hen eventueel diskwalificeerde, bv. als ze te weinig loyaal aan de democratie waren; nadien volgde een ander onderzoek naar eventuele fouten (corruptie ...) en iedere maand werd in de volksvergadering uitdrukkelijk de vraag gesteld of de functionarissen hun werk behoorlijk deden, zodat ze desgevallend geschorst konden worden. Ook trok men iedere jongeman na op gedrag voor men hem inschreef als burger en was onderzoek mogelijk voor iedereen die in de vergadering wenste te spreken.”
Tot zover dus de Atheense opvatting over loyaliteit, parlementaire onschendbaarheid, politieke verantwoordelijkheid, ministerschap-van-staat als beloning voor een vruchtbare carrière enz. Ik herhaal voor de jonge lezertjes het belangrijkste om te onthouden: als het volk tot het inzicht kwam dat het een foute beslissing had genomen, dan ging de politieke verantwoordelijkheid naar de bedenker van het voorstel. Een jaar nadat haar rechtbank Sokrates ter dood had laten brengen, bekloeg de Atheense volksvergadering zich die domme beslissing. Gevolg: de aanklagers mochten nu zelf in ballingschap vertrekken en de hoofdaanklager had zelf een gifbeker aan zijn broek, allez de Griekse variant ervan, zijn rokje. Sokrates kreeg een standbeeld en dus voortaan duiven op zijn kop.
Maar Athene ’s reputatie als stad die haar eigen grootste filosoof
toch maar de gifbeker liet drinken, staat al millennia in steen gebeiteld. Eens
zien hoe rap wij van onze reputatie af zullen geraken. En ik pleit niet voor
gifbekers om onze reputatie op te poetsen - al heb ik het benodigde plantje al
jaren in mijn tuin - maar wel voor de juiste identificatie van de droldroppers en een passende hedendaagse straf. Op z’n minst een knuffel waar
ze niet goed van zijn.
Over bronnen en wortels - bewerkt fb-bericht van 26 maart 2016 in het volle trauma van de aanslag in Zaventem
Op zoek naar de bronnen van de Nijl. Daar moet ik aan
denken, nu men de wortel van het probleem van het terrorisme hier te lande wil vinden. Langdurige, pijnlijke,
mensenlevens kostende expedities, met meedogenloze concurrentie als het om de
identificatie van de bron gaat. Maar iedereen weet dat een boom, zelfs een
grasspriet, vele wortels telt en een rivier aan veel bronnen ontspringt. Een
grondig onderzoek kuist veel duistere hoekjes uit, ook in heilige huisjes, en
eigen en andermans bijdrage moet pijnlijk eerlijk onder ogen gezien worden.
Het
is vrij duidelijk dat men eerder vlug dan traag achter in het oog springende
blunders zal komen bij veiligheidsdiensten e.d. Ook al blijft de grootste verantwoordelijke
van een misdaad de dader, men mag en moet onderzoeken hoe men zich daar beter
tegen kan beveiligen. En men zal onvermijdelijk stoten op slordigheden,
nalatigheid, verkeerd begrip, “Men wist dus blijkbaar waar X zat ... maar men
was zich daar niet bewust van” (Ik citeer hier met plezier Linda De Win - toch
heerlijk hoe iemand zich in amper twee zinnen kan tegenspreken). En nog van
dat.
Mijn onderwijsbril herkent die zaken feilloos, want hoe vaak staat het
niet letterlijk in de cursus zonder dat de studentjes er enig benul van hebben? Maar Jantje heeft nu eenmaal last van uitstelgedrag ( = moderne luiheid). En Mieke moest haar
vervoegingen veel grondiger leren maar doet dat niet. En Jefke, uw huiswerk had veertien dagen
geleden al ingeleverd moeten zijn. Is dat voldoende gedocumenteerd, begeleid, geremedieerd? Dus, wanneer terroristen uit hun ei kruipen,
rijst de vraag: wiens fout is het dat ze dat gedaan hebben? Wie had dat ei moeten begeleiden? Persoonlijk denk ik dat men beter onderzoekt welk pluimvee dat ei gelegd en uitgebroed heeft, welke haan haar
besprong, wie de haan in het hok liet en uiteindelijk, mits veel tijd en
wijsheid, ook wie de platonische bedenker is van de ideeën kip, haan, seks.
Alvast één wortel, één bron ligt in het onderwijs, dat nu echt niet in de focus
zit maar dat zich, terwijl we uit dit drama leren, voor de zoveelste keer
bezint over nieuwe eindtermen en dus wel wat kennis van zaken kan gebruiken. Al
jaren heerst daar een mentaliteit dat 50 % genoeg is. In feite is 45 % of nog
minder genoeg en kan je met een reeks zware tekorten aan een diploma komen.
“Ja
maar, 49 %, dat is maar 1 % te weinig”.
“Nee, directeur: 51. Ge laat de chirurg
toch ook niet stoppen als hij u half heeft toegenaaid? En als ge een kleine aan
het ineen knutselen zijt, stopt ge toch ook niet halverwege, zo van: zo is het
wel goed, schat.”
En dan verwonderd zijn dat dergelijke gediplomeerden hun werk
maar half doen? Of last hebben van uitstelgedrag?
Ik heb jaren gepreekt - een verslaving, ik weet het - dat het
dulden van die mentaliteit ons nog duur te staan zou komen. “De dag dat de
appartementen instorten", zo zei ik dan met vermanende vinger, "wegens foute
plannen van architecten en slordige uitvoering door aannemers is al
aangebroken”. Ik wist dat, omdat ik graag Nederlandse rapporten lees die zich
er, anders dan ik, over verbazen dat er jaarlijks in Nederland 20
grote, nieuwe gebouwen (type parking, shopping, evenementenhal ...) wegens
allerhande fundamentele mankementen gesloten worden. De link met een
decennialange verloedering van op school aangeleerde / gedulde werkethiek werd
evenwel niet gelegd. Hij zal ook nu niet vlot gelegd worden.
Vandaar mijn opstel
vandaag. Als we tevreden blijven met half werk op school, wees dan niet
verwonderd dat er uiteindelijk doden vallen. Dit is geen pleidooi voor
ziekelijk perfectionisme, maar voor toewijding, een oud en ogenschijnlijk
versleten verschijnsel. Het zegt dat een uit te voeren taak iets heiligs heeft
en dat ze uitvoeren ‘met heel mijn hart, mijn ziel en al mijn krachten’ een
gewijde zaak is, een plicht. Het is eigenlijk de manier waarop terroristen zich
voor hun zaak geven.
En nu ik toch de oude katholiek zit uit te hangen, toch ook
het volgende in het oog houden bij deze biechtstonde: daar bestonden tenminste,
na gewetensonderzoek en een oprecht mea culpa, ook absolutie en vergiffenis. Nu
ben ik bang dat er een hoop inquisiteurs op pad zijn, die niet liever zien dan
dat minstens een aantal mensen op de brandstapel kronkelen, voor de kijkcijfers
en omdat het voorchristelijke zondebokmechanisme al een poos terug is van weg
geweest. Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen, stuurlui aan wal. En laat
degenen die 80 en 90 % bereiken van de onmogelijke 100 % alvast met rust, want
zij doén hun werk tenminste.
Op de foto: op weg naar de bron zoek ik een wortel.
Life orgasme in Villa Politica - bewerkt fb-bericht van 25 maart 2016 naar aanleiding van de rel rond de verbindingsofficier in Turkije die al dan niet zijn werk niet goed gedaan had
Laat ik vermelden dat ik de meeste tussenkomsten van onze
parlementairen wel kon, nee ik ga niet zeggen pruimen, euh, dat ik erin kon
komen. Nee dat is ook niet goed. Dat er wat voor te zeggen viel. Op de momenten
na, dat stuntelende vertalers mij verhinderden het behoorlijke Frans van onze
ministers te aanhoren. Over Onkelinx zwijg ik, want die zal in de toekomst nog
veel ter sprake komen, aangezien men de laatste steen wil bovenhalen.
Jan
Jambon, maat, ik had het onmiddellijk door dat ge een tactische fout hebt
gemaakt door het over die verbindingsofficier te hebben. Tactisch, meer niet,
als men het mij vraagt. Maar ik wist het. Komt dat omdat ik te veel
deliberaties heb meegemaakt waar de zwarte piet naar collega's werd doorgespeeld? Ik weet het niet, maar ik wist het gewoon.
Linda, in samenklank met de oppositie, rook bloed.
Jan, ik vrees dat ze een
nagel gevonden denken te hebben om u te kruisigen. Linda kon er niet over
zwijgen. Hoe vaak is ze er niet op teruggekomen in haar telkens slecht getimede
en niets zeggende onderbrekingen? Iedereen kon haar zo naar een hoogtepunt zien
toegroeien. Iedere man - het waren alleen mannen die ze hiervoor nodig had -
kreeg de vraag voorgeschoteld of Jambon toch niet in de fout was gegaan door
het over die verbindingsofficier te hebben.
Haar moment suprême kwam toen ze, in
extremis, net voor de coitus interruptus als het ware - ik bedoel het afbreken
van het programma - nog een professor twee zinnen kon laten lossen. En laat die
tweede zin van de professor nu toch weer net gaan over ... Ja, een schot in de
roos. Linda kwam, met een vreugdekreet en een sprongetje. Wie mij niet gelooft,
bekijk de zaak maar eens opnieuw.
De ezel en zijn schaduw, verhaal met een moraal - bewerkt fb-bericht van 25 maart 2016
“Als ze in België blijven chocolade eten, dan zullen ze het
terrorismeprobleem niet oplossen”. Ik vermoed dat deze zin van de Israëlische minister van Inlichtingen Yisrael Katz, of alvast het
eerste deel ervan, geschiedenis zal maken en een gevleugeld woord gaat worden
ter vermaning van volgende generaties. De doden zijn immers nog niet begraven,
of in onze media en politiek krijgen we een nieuwe aflevering van Asterix bij
de steeds weer ruziënde Belgen. Al heb ik ook de indruk dat sommigen,
bijvoorbeeld onze Calvo en Mary, stilaan uit hun puberteit beginnen te ontwaken
in de grotemensenwereld, hier in dit land, dat - ik zeg dit ter lering van onze
jonge generaties die niet meer veel pap hebben gegeten van geschiedenis - al
eeuwenlang niet voor niets het slagveld van Europa heet, en dat niet om z’n
parlementaire gekissebis en journalistieke inquisitie.
Maar laat ik tot mijn
punt komen, te weten het meest recente fondant pralientje waar om getwist kan
worden: politieke verantwoordelijkheid. Wie een hond wil slaan, vindt al licht
een stok. Ik ga nu het advies volgen dat pastoors of kapelaans kregen om de
preek op hun kansel verteerbaar te maken voor de dierbare gelovigen.
Daarom een
oud verhaal, over en van Demosthenes deze keer, Demosthenes de grote redenaar
en de man op de foto. Zoals u ongetwijfeld niet meer weet, werd de vrijheid van
de Griekse staten op zeker ogenblik dodelijk bedreigd door een buitenlandse
veroveraar, zijnde Philippos van Makedonia, vader van de Grote Alexandros die
toen nog klein was. Vader was bezig met zijn programma ‘verover uw buren’. Of
koop ze om. Of dreig ze af. Of gooi ze een kluif toe waar ze een hele tijd om
kunnen vechten. (Rinkelt er een belletje?) De Atheners, een democratie,
ondervonden hoe weinig efficiënt dat systeem was om de crisis aan te pakken. De
praktische Romeinen hadden immers de crisismanager, de dictator voor 6 maanden,
nog niet uitgevonden. Dat zou nog enkele eeuwen duren. En dus ging het er op
z’n Grieks aan toe: honderden meningen, allemaal even heilig verontwaardigd en
overtuigd van het eigen gelijk. En zo zaten ze mekaar voortdurend in de haren
over de juiste procedure: niet provoceren, sussen, zich onderwerpen, de
bondgenoten het laten oplossen, afwachten tot het vanzelf overgaat, zich
verzetten, wel provoceren ...
Demosthenes wilde hen graag tot eensgezind en
krachtdadig verzet bewegen maar kreeg zijn punt niet gemaakt, hij mocht gewoon
nooit uitspreken van de toenmalige Kathleen Coolsen. Op zekere dag beklom hij
het spreekgestoelte en begon: “Er was eens een man die op reis ging en de ezel
huurde van een boer die toch dezelfde kant op moest. Zoals u weet, kan het zeer
warm zijn in ons aller Griekenland, zeker op de middag met de zon recht in het
zenith” - zo leerden de Atheners meteen een moeilijk woordje bij. “Ze bevonden
zich voor de siësta net op een stuk weg waar geen centimeter schaduw te vinden
was, behalve die van de ezel. De huurder zei: ik ga in zijn schaduw liggen, ik
heb per slot van rekening de ezel gehuurd. De eigenaar betwistte dat: ik heb u
wel de ezel maar niet zijn schaduw verhuurd. En daarmee begonnen ze eindeloos
te redetwisten en zich hevig op te winden, terwijl het al zo warm was.”
Op dat
punt in het verhaal stapte hij van het podium af en ging rustig zitten op zijn
zitje in het parlement. Alle fracties begonnen luidkeels te protesteren, zoals
onze Calvo dat tot voor kort ook deed: “Wij willen ..., wij willen weten, wij
willen weten hoe dit afloopt! Wij eisen met klem, het volk heeft daar recht op,
dat u verder vertelt.” Demosthenes zei: “U vindt een discussie over een ezel en
zijn schaduw blijkbaar belangrijker dan de dreiging die ons vandaag boven het
hoofd hangt.” We weten nog altijd niet hoe het verhaaltje afliep. Wel hoe het
is afgelopen met Athene. Dat werd zonder veel omhaal veroverd door Philippos.
Abonneren op:
Posts (Atom)