dinsdag 9 augustus 2016

Over vijgenbladeren en eerherstel voor het antieke tituskel - bewerkt fb-bericht van 29 januari 2016 naar aanleiding van de weggestopte antieke naakten in de Capitolijnse Musea tijdens het bezoek van Rohani. Een karikatuur van Mona Lisa met hoofddoek bekritiseerde dat.

Onze musea zijn blijkbaar dringend aan een 'upgrade' (downgrade?) toe. Voor het geval de Iraanse president zich eraan zou storen. Wat ik me eigenlijk afvraag: zou hij zich er echt aan gestoord hebben? Volgens mij weten de Perzen als oud cultuurvolk al lang dat een antieke ondergrond nogal wat blote bodemvondsten oplevert, en zijn ze er zelfs best fier op, ook al lopen ze er niet zo mee te koop. Of zijn de museumbeheerders er maar onmiddellijk van uit gegaan dat Rohani er niet tegen kon? Zo van: voorkomen is beter dan genezen. Trouwens, als hij zich eraan zou storen, waarom nemen ze hem dan mee naar zo'n museum? Zijn er dan geen andere plekken in Rome waar niet zoveel storend bloot is? Bijvoorbeeld de Sixtijnse Kapel, waar de 'broekenmaker' (il Braghettone, Daniele da Volterra) alle onbehoorlijke blote onderdelen van Michelangelo's figuren al eeuwen geleden netjes bedekte met doeken die precies in de gewenste richting waaiden. Waarmee u meteen ziet dat het niet de eerste keer is dat er artistieke aanpassingen gebeuren aan de gevoeligheden van het moment.

En ik heb nog een vraag: waarom zo'n lelijke doos - ik heb het niet over de Mona Lisa, al vind ik haar niet erg bijzonder - rond die beelden zetten in de Capitolijnse Musea? Wat is er verdorie mis met het goede oude wingerdblad? Wegens mijn (opzettelijk) misleidende titel, wijs ik er even op dat de door de pausen - of althans hun werklieden - bijgepleisterde blaadjes op de locatie van de antieke pietjes geen vijgenbladeren waren, dames en heren, al kunt ge daar veel meer achter verstoppen. Maar wat is het nu, westerlingen? Komen we uit voor hoe we zijn en denken of gaan we ons toch maar weer eens generen voor onszelf, zelfs als anderen daar (nog) niet om vragen? Ik stel voor dat onze cultuur zich dringend eens bezint over wat we willen ten toon stellen.


Aangaande de appreciatie van artistiek bloot zijn er nog leerrijke wetenswaardigheden. Laat ik beginnen met te verduidelijken dat het Latijnse equivalent voor een 'charelke' niet een juliuske of een neroke was maar een tituske (titulus - niet titularis, slimmekes). Dit gezegd zijnde, breng ik in herinnering dat men dus genoeg had aan wingerdbladeren om de tituskes te verbergen. Dat wijst erop dat deze laatste relatief klein waren, een eigenaardigheid die ons verbaast, omdat wij denken dat de decadente Oudheid nu eenmaal alles heel realistisch open en bloot exposeerde. Niets is minder waar. Zij hielden er helemaal niet van dat hun vrouwen naakt werden uitgebeeld. De godin Venus, ja, symbool van vruchtbaarheid, seksualitei, levensvreugde. Maar niet moeder de vrouw of hun teergeliefde dochters. Die liepen van kop tot teen gekleed en zelfs gesluierd over straat. Maar omdat ze het naakte vrouwenlichaam toch onweerstaanbaar vonden, zijn er, zeker in de Romeinse tijd, ontelbaar veel Venussen geproduceerd in de beeldhouwateliers. Evenwel nooit met zodanig expliciet naakt dat het voor een overdosis inzicht zorgt en een anatomieles wordt.

Naakte mannen daarentegen, dat was een must. Zo toonde een man zijn heldhaftigheid, synoniem voor mannelijkheid - hij heeft geen harnas nodig - en zijn gespierde voortreffelijkheid. Maar dus met een tituske dat wat ondermaats bleef. Volgens een van mijn leerlingen destijds om de mannelijke toeschouwers, allemaal macho opgevoed, geen minderwaardigheidscomplex te bezorgen en zelfvoldaan te laten denken: hmm, ik heb meer in huis. Mogelijk. Het zal alvast een bijkomend voordeel zijn geweest. De eigenlijke reden is dat de antieken qua bloot wel degelijk een schroom kenden die vandaag, in kunst, film, reclame ... overboord is gegooid. Moet bloot esthetisch blijven of is het per se nodig weerzin op te wekken en te choqueren? De antieken hadden daar dus een uitgesproken mening over.

Christenen, ja, die hadden last van zelfs de meest ingetogen tituskes en tepels. Die kregen daar ideologische jeuk van over heel hun wezen. Vraagt ge u bij gelegenheid niet af waarom van klassieke beelden uitgerekend de uitstekende onderdelen afgebroken zijn? Zoals zo vaak stellen we ons tevreden met een voor de hand liggende maar simplistische verklaring: de neiging van beelden om om te vallen. Gewoon zwaartekracht, al dan niet een handje geholpen. Doorgaans is echter niet toevallig omgekieperd maar met opzet afgehakt de verklaring. Seksualiteit was voor de 'heidenen' levenskracht bij uitstek, goddelijke power, vitaliteit. Wilt ge iemand domineren, zijn levenskracht aan banden leggen: beheers zijn seksualiteit. Of die van haar, voor goede verstaanders die ook het heden willen begrijpen. Wilt ge de heidense goden hun kracht ontnemen, neem dan een beitel uit uw geriefdoos en hak met heilig vuur in op hun onderdelen, in de overtuiging dat ge zo gods werk doet, en in de hoop dat ge zelf gerust wat onkuisheid moogt beoefenen en dat dan op die manier kunt afkopen bij uw god. Tegelijk ging ook de neus eraan: zo schendt ge namelijk het 'gezicht' van uw tegenstanders, hun eer. Een al bij al geslaagde operatie, want, zoals u wel weet, volgden nadien eeuwen van schaamte om de wijze waarop God zijn kinderen gemaakt heeft.

Op zeker ogenblik leek het christendom z'n ergste afschuw voor de antieken te zijn ontgroeid en toen verzamelden ook pausen naar hartenlust oude beelden. Een stadsmuseum als dat op het Capitool in Rome is een pauselijk geschenk aan de burgerlijke overheid, een bewijs van goede wil tegenover de burgers van Rome. Het oudste ter wereld en dus begrijpelijk dat Rohani daar een rondleiding kreeg. Maar die stenen tituskes in hun eigen musea waren de clerus een ietsepietje te veel. Dus werden ze verwijderd maar niet weggegooid. Ze werden verbannen en bleven netjes bewaard in een schuif in de uitgestrekte opslagplaatsen van de Vaticaanse Musea. Sinds enkele jaren denkt men in archeologische kringen weer anders over de voorstelling van antieke beelden en ook in het Vaticaan wil men ze nu ontdoen van (vaak foute) restauraties of ze althans zoveel mogelijk in hun antieke toestand tonen. Deze wijziging, in tegenstelling tot andere, in het Vaticaanse pietjesbeleid heeft de kranten niet gehaald. Maar een archeologe - zo'n sloebers zijn het wel om uitgerekend een dame deze fout uit het verleden te laten 'recht zetten' - heeft de opdracht gekregen de schuif met geamputeerde verlengstukjes te doorsnuffelen, het pleisterwerk op de beelden met veel zachtheid te verwijderen, en dan, via trial and error, de verbannen tituskes terug op hun originele plek te bevestigen. Een levenstaak, gezien het reusachtige beeldenbestand van het Vaticaan, en zeker in Italië dat goed overweg kan met een rustiger levensritme. Maar ge moet het maar op uw paspoort staan hebben: officiële pietjespasser van het Vaticaan.

Zo, voortaan zal u nooit meer op dezelfde manier naar antieke pietjes kijken. En als ge ze echt niet wilt zien, dan kijkt ge toch gewoon een andere kant op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten