dinsdag 9 augustus 2016

Over de grote mond van Europa

Hoe een beschaving waarden onbeschoft en onwaardig kan verdedigen. 

Verwondering is begin & beginsel van alle filosofie. Aldus Plato en nadien een hoop anderen. Als amateur-filosoof probeer ik dat alvast bij tijd en wijle, me verwonderen. Bijvoorbeeld wanneer we de onverzettelijke verdediger uithangen van onze westerse beschaving en waarden, terwijl we ons tegelijk onwaardig en onbeschoft gedragen.

Neem nu die telkens weerkerende, enkel een kiekenkot waardige heksenketel om één woord. Het maakt niet uit of het moeilijk woord is als relatief of significant of een alledaags als dansen of spuwen, feit is dat één woord volstaat om in dit land hysterisch gekakel, gekijf en gekrijs te doen losbarsten. Modder noch leugen noch stoot onder de gordel wordt daarbij geschuwd. Op de man spelen, niet op de bal, is de boodschap die ieder kind hier voortdurend krijgt. En dan zijn ze verwonderd over pestgedrag op de speelplaats. 

Maar het is wel consequent: we komen toch ook op straat voor het mensenrecht op beledigen en gortige praat. Zoals toen met dat ten dode opgeschreven gazetje dat daar z’n handelsmerk van had gemaakt en dat nu, cynisch genoeg dank zij een reeks doden, uit de rode cijfers is. Lollig entertainment beperkt zich heden ten dage tot zwartgallig cynisme, nihilisme, sarcasme en we knorren van plezier als ongewassen Brusselmans bij wijze van diepzinnigheid van de dag weer een tiet wil zien.

Maar o wee, als een onnozel viswijf een grove bek opzet en alleen maar doet waar iedere onderbuik toe in staat is, onwelriekende geluiden produceren. Dan is het kiekenkot echt te klein en schiet weldenkend Vlaanderen selectief in een kramp en het juridisch apparaat onvervaard in actie.  Uitgerekend op een ogenblik dat langs de achterdeur de zoveelste terrorist buiten stapt wegens een krom geschreven woord of datum. Mijn verwondering verkeert dan in verwarring. Grof doen met woorden mag de ene keer wel, de andere keer niet en grof doen met daden, of het mag of niet, dat hangt af van een nietszeggend woordje, een vinkje of ingekleurd bolletje meer of minder op papier.

Het zou mij niet verwonderen dat ze ook in het buitenland, dat toch danig onder de indruk zou moeten zijn van onze beschaving, denken: Quod licet Iovi, non licet bovi daar in Europa. Voor zover ze daar Latijn spreken natuurlijk. Eigenlijk had ik moeten zeggen daar met Europa. Tijd dus voor een klassiek intermezzo. 

Ovidius stelde ter gelegenheid van de ontvoering van Europa vast dat een stier niet zoveel mag als Jupiter. Iedereen weet immers dat Jupiter als stier vermomd Europa ontvoerde uit Fenicië - jawel, niet ver van Syrië. Met haar op de rug zwom hij de zee over, deponeerde haar op Kreta onder een plataan in Gortyn en wilde dan doen wat stieren graag doen. Niks van. Toen wist Europa blijkbaar nog hoe ze grenzen moest stellen. Tot hij zich van dat stierenkostuum ontdeed en een deftiger voorkomen aannam. Pas dan mocht hij wel wat hij als stier niet mocht. Voor een oppergod openen zich deuren en perspectieven die gesloten blijven voor een stom rund. Ik ga nu niet in op de door vrouwen gevolgde selectieprocedures voor minnaars of op het ongelijkekansenbeleid en de achterstelling waar de Oudheid wel meer minder fraaie voorbeelden van biedt. Minstens één voorlopige conclusie: politici, journalisten, comedians ... mogen dingen die viswijven niet mogen. En het ene viswijf is het andere niet: ze moeten alleen zien wie ze beledigen.

Terug nu naar het lichtende voorbeeld dat wij al scheldend over de wereld denken uit te dragen. Mij verwondert het niks dat ze daar eerder op neerkijken. Wanneer zijn we dat schelden toch zo veralgemeend leuk gaan vinden? Ik heb het nu niet over literaire satire en ik weet dat achterbuurten altijd al een lelijke bek hadden. Maar het publieke domein, mensen die naar school gegaan zijn? We moeten niet zo ver terug in de tijd, pak de jaren 70, 80. Toen was kritiek beschaafd, humor fijnzinnig, politiek beleefd. Toon Hermans, Wim Sonneveld, Godfried Bomans, zo van dat. Het kan een ouderdomsverschijnsel zijn (‘Vroeger was alles beter’), maar ik vrees dat Dalrymple gewoon gelijk heeft met zijn stelling dat het ophemelen van de ‘onderkant’ van de maatschappij maakt dat die mentaliteit de norm wordt. Nee, echt, als ge het mij vraagt zou Europa beter haar grote mond weer leren beheersen.

Ge ziet dat trouwens ook aan de verkiezingscampagnes van onze grote broer, kampioen in westerse beschaving uitdragen, de VS. Per slot van rekening zijn die gesticht door overgezwommen Europeanen. Vandaag mag heel de wereld dag na dag meegenieten van hun steeds grovere pogingen hun president en hun presidentskandidaten te bekladden. 

Neem nu ook dat berichtje uit de Metro waar mijn lodderig oog op viel tijdens een treinreis naar Leuven laatstleden: Naaktfoto’s in ruil voor een stem tegen Trump. De Amerikanen moeten pas in november naar de stembus voor een nieuwe president, maar de gemoederen zijn aan het verhitten. Een organisatie gaat zelfs uit de kleren voor iedereen die niet voor Trump stemt. (Dat zal wel, in oververhitte toestand.) ‘Tramps against Trump’, ofwel Sletten tegen Trump, wil niet dat de miljardair straks het Witte Huis betrekt. Daarom belonen ze iedereen die met fotografisch bewijs kan aantonen dat ze niet op ‘The Donald’ gestemd hebben met een foto van een schaarsgeklede persoon. ‘Tramps against Trump’ onderstreept wel dat de deelnemers niet op Clinton moeten stemmen.

Tot daar het bericht, dat ondanks de neutrale toon toch weer een stap verder toont op het lichtende pad van democratisering. Een naaktfoto van een persoon dus. Wie? Dat zou zowel omkoperij als een dreigement kunnen zijn. Geen van beide lijkt mij geoorloofd in een democratie. Ik ga dus niet zeggen dat een foto van naakte Hillary wel eens averechts zou kunnen werken. Temeer omdat het een vijg na Pasen zou zijn. Maar stel dat die ‘democraten’ u een foto van Ivana Trump sturen, zelfs in haar glorietijd. Dus moeten ze niet eens moeite doen om Trump onder gordel te pakken: ze staat gratis op het internet. Ivana opsturen is afgezien van onwaardig ook goedkoop en vals.

En bewijst het de westerse superioriteit ten aanzien van de hele wereld? Laat me niet lachen. Dat lachen vergaat me trouwens snel, als ik bedenk dat ze hier weldra ook zouden vinden dat zo hoort. En ons dan bestoken met foto’s van Maggie of van Caroline Gennez. Of voor de anders geaarde medemens van Verhofstad. Geef mij dan maar rap een dictatuur. Van een geklede dictator wel te verstaan. 

Of, om op een positieve noot te eindigen: zullen we in plaats van de onderbuik toch niet eerder het hoofd aan het woord laten? Per slot van rekening staat de mond daar. Misschien respecteren ze ons dan weer een ietsepietsje meer in al dat buitenland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten