Over kindermishandeling en de positie van de as van de wereld - bewerkt fb-bericht van 14 maart 2016 naar aanleiding van dit artikel (hier)
Kinderen verwennen is kindermishandeling. Zo simpel is dat.
Ge hebt tegenwoordig zo van die kindjes die, toen ze hun eerste drolletje
draaiden op het potje, daar een fanfare & filmploeg bij hadden staan en
ouders en grootouders die ge moest tegenhouden of ze stegen ten hemel van pure
vervoering en bewondering voor deze unieke prestatie van hun unieke exemplaar
van de mensheid.
En dan zijn die ouders verwonderd wanneer die weerloze
bloedjes, later als ze groter zijn en de wereld zelf op orde moeten zien te houden, beloond willen blijven worden voor iedere
drol die ze produceren. Ik vrees - maar dit geheel terzijde - dat dit een van
de verklaringen is voor de gedrochten van nogal wat moderne kunstenaars. En als
niet heel de wereld akkoord gaat met de opvatting van deze ouders, dat hun drol
- want dat hebben ze uiteindelijk gemaakt van hun verwend-mishandelde kind -
alleen maar lof verdient, dan sturen ze een advocaat op de school af of komen
ze de leraar op z’n voorgevel slaan. Of moeder komt krijsend en haar persoonlijke
god aanroepend het politiebureau of de spoeddienst belegeren. Of als de kleine,
ondanks de mismeestering, toch wat slimmer blijkt dan vader of moeder, dan
wordt hij meteen bevorderd tot superintelligent en voortaan als verheven
beschouwd boven alle bezigheden waar gewone stervelingen zich mee moeten bezig
houden. En zo zijn er nog een pak voorbeelden.
Peter Adriaenssen wist ooit te
vertellen dat ¼ van de kinderen goed wordt opgevoed, door respectvolle ouders
die het niet verwennen maar ook niet mishandelen en een goed evenwicht vinden
tussen liefde en strengheid - ja ja, liefdevolle strengheid, het bestaat, want
(zelf)discipline is nodig om in deze harde wereld te overleven; ¼ is regelrecht
mishandeld, geestelijk en soms ook fysiek, en verdient bescherming tegen z’n
opvoeders. ‘Twee vierde’ - dus de helft; tegenwoordig moet ge dat uitleggen -,
zei hij, ‘is verwend. En van die mensen verwachten we dat ze de wereld draaiend
gaan houden’.
Wat me natuurlijk op ideeën bracht, want de wereld draait niet
zomaar door, uit zichzelf. Wij moeten die met z'n allen draaiende houden, dat weet u toch. Ik gaf mijn leerlingen - die doorgaans uit dat eerste
vierde van Peter kwamen, maar af en toe toch ook behoefte voelden aan enige uitleg
waarom het goed was dat zij minder verwend werden dan een hoop anderen - sindsdien regelmatig het
advies eens aan hun poepke te voelen.
‘Ja ja, doe maar. Ge moet niet te doortastend zijn. Gewoon oppervlakkig voelen. En alleen bij uzelf.’
‘Maar
allez, meneer??? Waarom???’
‘Om eens te vergewissen of de as van de wereld daar
misschien passeert. Zo niet, dan zijt ge toch niet het centrum van de wereld.’
Volgens mij is zo’n regelmatige controle een nuttige oefening in nederigheid,
ook toepasbaar voor bijvoorbeeld politici in binnen- en ook in een hoop
buitenland. En de toevallige drol die ge bij deze oefening kunt tegenkomen
moogt ge niet verwarren met de as van de wereld en dus met een bewijs van uw voortreffelijkheid. Voor de duidelijkheid, mensen:
drol is alleen in de eerste zinnen van de tekst letterlijk te nemen en is voor de
rest een metafoor. Trouwens, ook mijn leerlingen moesten niet letterlijk aan hun poepke voelen. Die waren slim genoeg om beeldspraak te begrijpen. Ik wil dus geen beschuldigingen krijgen dat ik vieze tekstjes
schrijf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten